Wanneer de wereld voor je ogen langzaam in één duistere vlek verandert, is het de vraag wat je zelf doet om het beter te maken, vindt de Colombiaanse technopop-producer Ela Minus. Op haar album acts of rebellion, een plaat vol electro-clubpunk, vraagt ze haar luisteraars om bewust te leven en veel te dansen, en brengt ze een ode aan de dagelijkse uitingen van liefde. “Het herwinnen van je bewustzijn is het meest rebelse dat je nu kunt doen.”
Tekst: Loulou Kuster
Foto’s: Teddy Fitzhugh & Juan Ortiz-Arenas
Rebelleren zit in het hart van Gabriela Jimeno alias Ela Minus. Als de wereld rechts afslaat, gaat Jimeno pertinent naar links. Ze maakte haar muzikale vlieguren als drummer in een succesvolle hardcoreband in de punkscene van Bogota, niet geheel in lijn met wat haar ouders voor hun dochter voor ogen hadden. Die zagen haar het liefst als pianist of misschien, als het echt moest, zangeres. “Ik wilde als kind heel graag drummen. Niet omdat ik per se wilde drummen, maar omdat geen enkel meisje het deed. Om me heen riepen mijn ouders en docenten: ‘Maar drummen is niks voor meisjes! Ga lekker piano spelen.’ Dat triggerde me om me juist op een heel obsessieve manier op het drummen te storten. En uiteindelijk heb ik er zelfs mijn carrière uit opgebouwd. Dat felle tegendraadse is iets wat diep in me geworteld zit.”
Niet heel gek dat haar vorig jaar verschenen debuutplaat de titel acts of rebellion kreeg dus. Met minimalistische, donkere synths en de fluisterstem van Jimeno op bijna elke track, maar met de kracht van hoop en verzet als rode draad door het album. De dansvloernostalgie en technologiekritiek in ‘tony’ gaat er hand in hand met de oproep tot verzet in ‘they told us it was hard, but they were wrong’ en ‘megapunk’. Niet dat je meteen alles uit je handen moet laten vallen en de straat op moet gaan om tot dat verzet te komen, de rebellie zit ‘m volgens Minus juist in de kleine dingen. “Tuurlijk is het belangrijk om de straat op te gaan als we ergens tegen zijn, maar ik hou ervan om echt in het moment te leven en de dagelijkse dingen aandacht te geven. De wereld gaat kapot door mensen die niet in het moment leven, die geen focus hebben voor wat ze maken en daarom fouten maken die ze niet hoeven te maken. We leven in een aandachtseconomie, dus voor mij is het herwinnen van je bewustzijn en je focus een kleine daad van verzet. Bijvoorbeeld door niet meteen naar mijn telefoon te grijpen en een uur lang te scrollen als ik wakker word. In plaats daarvan ga ik nu een uur lang wat zitten dromen en rommelen bij het raam. Dat is een little act of rebellion in mijn ogen.”
De kritiek die Jimeno heeft op de manier waarop we met technologie omgaan haalt ze uit de woorden van de Amerikaanse mediacriticus en documentairemaker Douglas Rushkoff. Hij was erbij in Silicon Valley toen het internet begin jaren negentig geboren werd en de eerste stap leek te vormen naar een nieuwe, utopische wereld waarin iedereen met een paar kliks vrijelijk informatie en kennis kon delen. Hij schreef er Cyberia over, een portret van de onlinecultuur. Het liep niet zoals Rushkoff gehoopt had. In 2019 bracht hij een nieuw boek uit: Team Human, dat Jimeno van kaft tot kaft verslond terwijl ze haar album schreef. In Team Human betoogt Rushkoff dat niet meer het delen van kennis en het verbeteren van de mensenlevens bovenaan de prioriteitenlijst staat, maar dat het internet in dienst staat van de aandeelhouder, die een zo kapitalistisch mogelijk landschap wil creëren. Het internet is onderdeel van een giftige bedrijfscultuur waarin machines worden gezien als efficiënter en betrouwbaarder dan mensen. “Ik hou ervan als mensen veranderen. Als ze eerst ergens in geloven, maar vervolgens inzien dat het misschien niet helemaal zo was als ze hadden gehoopt en er dan vanaf durven te stappen. Rushkoff hoopte dat het internet de wereld zou verbeteren, maar eigenlijk zag hij het juist de wereld verpesten. Hij dacht: ‘Fuck this! Dit is niet meer het stelletje punk-kids waarmee het allemaal begon, de kids die een utopia bouwden buiten het kapitalisme om. Dit internet is kapitalistisch aan het worden.’ Hij betoogt vervolgens niet dat het internet iets slechts is en dat we er maar mee moeten stoppen, maar juist dat we er beter mee moeten leren omgaan. Bijvoorbeeld dat we kinderen moeten leren coderen, zodat iedereen later weet hoe dat werkt en we minder makkelijk gemanipuleerd worden. Dat idee probeerde ik ook in mijn album te verwerken. Ja, de wereld is donker en het gaat er op veel plekken slecht aan toe, maar wij kunnen dit aan. Er is altijd hoop en er zijn altijd oplossingen, hoe erg we ook naar de knoppen aan het gaan zijn.”
“Op Berklee, het conservatorium waar ik jazz studeerde, was iedereen ook zo bang voor technologie. Veel mensen hadden een soort oordeel klaar dat een computergestuurd instrument nooit hetzelfde zou zijn als een ‘echt’ instrument. Natuurlijk is het niet hetzelfde, het is ook een compleet ander instrument. Ik vind het juist inspirerend om mijn synths, met hun machinegeluid, menselijker te maken. Ik ben altijd aan het nadenken hoe ik de machine meer mens kan maken, hoe ik ervoor kan zorgen dat de machine en ik samen iets nieuws maken.” Hoe ze dat dan aanpakt? “Ik probeer na te gaan wat mij mens maakt. Een mens maakt bijvoorbeeld eindeloos veel fouten, dus ik heb dit album live opgenomen en al mijn errors erop laten staan.”


Voor Jimeno werd toegelaten op de jazzopleiding van Berklee in Boston reisde ze met haar band praktisch heel Colombia door om shows neer te zetten op alle plekken die ze maar konden vinden. Van huiskamers bij wildvreemden die ze via MySpace hadden benaderd tot gymzaaltjes van middelbare scholen. “Het was een hele speciale tijd toen ik opgroeide in die punkscene. Er waren zoveel goede bands en we waren eigenlijk allemaal goede vrienden. Het is superbelangrijk om een scene te hebben waar je in opgroeit. Je maakt deel uit van iets groots waarin je kunt groeien. De DIY-spirit die er in mijn scene hing heeft veel voor me betekent als artiest. Het maakt niet uit hoe weinig geld of ruimte je hebt of hoe slecht je ergens nog in bent, als je echt iets wil bereiken zijn er honderdduizend mogelijkheden om er voor te zorgen dat je komt waar je wil zijn. Zolang je er maar honderd procent voor gaat. Het feit dat ik alles live op mijn synths speel en geen computer op het podium gebruik komt honderd procent voort uit die tijd.”
Tijdens haar opleiding raakte Jimeno haar wil om zélf muzikant te worden langzaam kwijt: ze was als baantje synthesizers aan het bouwen en speelde als drummer in een band van haar studiegenoten. “Ik zat zo niet op mijn plek, dit kon niet mijn toekomst zijn. Maar ondertussen ging ik wel veel uit en baande ik me langzaam een weg in de technoscene van Boston. Doordat ik met mijn baantje veel kennis had opgedaan over synthesizers, ben ik mezelf ook gaan leren ze te bespelen. Wat was het ergste dat zou kunnen gebeuren? Zoveel had ik niet te verliezen. Ik werd steeds meer gevraagd om te komen spelen op festivals en zo vond ik uiteindelijk ook de liefde voor muziek weer terug. Het podium, hoe klein of groot ook, is mijn thuis. Het is de plek waar ik me het meest op mijn gemak voel. Synthesizers en clubcultuur geven me een bepaalde vrijheid, een energie waardoor ik het idee heb dat ik de wereld aankan. En dat is geweldig, dus ik hoop dat ik er voor altijd mee door mag blijven gaan.”
acts of rebellion is uit via Domino Recordings.