Werp een blik op haar Bandcamp-pagina en je ziet vooral heel veel losse associaties, hersenspinsels bijna, die de Amerikaanse harpiste Mary Lattimore uitbrengt. Vorig jaar bracht ze tussen die losse tracks haar veelgeprezen album Silver Ladders uit. Afgelopen najaar volgde haar tweede bundel Collected Pieces II, een wonderschone, geruststellende compilatie, waar ze met harp en tal van loops haar verwonderde blik op de wereld etaleert.
Tekst: Loulou Kuster
Foto: Rachael Pony Cassells
Je waant jezelf op een klein houten roeibootje dat langzaam voortkabbelt langs een drukke, rondtollende wereld als je luistert naar ‘We Wave From Our Boats’. De verstilde track vol met kalme loops die drieënhalve minuut voort blijven rollen, staat op Mary Lattimore’s onlangs uitgebrachte compilatiealbum Collected Pieces II. Het klotsende water kun je er zo bij bedenken. In een al bijna twee jaar durende pandemie, waarin menselijk contact iets engs is geworden en ieder mens als een bedreiging voelt, observeert Lattimore de wereld als iets liefs, als een verhaaltje wat een oma aan haar kleinkind vertelt.
“Het is vast een rare gewoonte van me, maar ik zwaai nog steeds naar mensen op een boot, zelfs als volwassene”
“Er was een tijd in de pandemie – waar we nu eigenlijk weer in zitten – waarin we niet wisten wat het virus was en hoe het precies werkte. Mensen liepen buiten, gemaskerd, door de straten. Het had iets alien-achtigs, iets dystopisch. Als er een persoon op je pad kwam, was er dat gevoel van ‘ieuw, daar is een mens, een mens kan het virus hebben dus het is een potentieel gevaar’ en dan stak je snel de straat over. Maar toch had ik de neiging om naar diegene te zwaaien, zo van: ‘Hallo, ik probeer je niet te beledigen, ik ben gewoon bang, net als jij.’ Alsof ik als kind op een boot sta met opa en zwaai naar de kinderen op de andere boot.” Lattimore lacht verlegen tussen de regels door, verontschuldigend bijna. “Het is vast een rare gewoonte van me, maar ik zwaai nog steeds naar mensen op een boot, zelfs als volwassene.”
Lattimore groeit op in Asheville, een klein stadje tussen de bergen van de Amerikaanse staat North Carolina. Dat ze begint met harp spelen is voor haar omgeving geen verrassing: haar moeder, Leila Hall Lattimore, was een veelgevraagd harpiste in North Carolina. Het zaadje met liefde voor het snaarinstrument werd volgens Lattimore zelfs geplant toen ze als baby de trillingen van de klankkast voelde vanuit haar moeders buik. Het was niet zo gek veel later dat ze als klein hummeltje voor het eerst aan de snaren van de harp begon te plukken. In de jaren die volgen blijft de liefde voor het snaarinstrument, en intens ook. Na eindeloos veel spelen en oefenen sleept ze een studiebeurs voor de prestigieuze Eastman School of Music binnen. Maar ergens twijfelt ze of dit wel het goede pad is, want al dat gehamer op eeuwenoude religieuze stukken laat haar koud.
Het kwartje valt pas als ze, nadat ze is afgestudeerd, naar Philadelphia verhuist, waar ze in aanraking komt met muzikanten die zich op een meer experimentele koers richten en ze zelf het improviseren in de vingers krijgt. Ze begint muziek te maken met Julianna Barwick en Steve Gunn, speelt op het podium met Kurt Vile en Arcade Fire en werkt aan haar album Silver Ladders met Slowdive’s Neil Halstead. Tijdens het samenstellen van Collected Pieces II voelt het alsof ze een doos vol herinneringen uit die tijd opende. “Ik kan me precies herinneren waar ik was toen ik het opnam, in welke kamer van het huis ik was of wat mijn gedachtegang was. Het was super geruststellend en helend om al mijn herinneringen allemaal bij elkaar te stoppen als een klein pakketje, als een souvenir van alles wat ik beleefd heb.”
Maar herinneringen zijn niet de enige souvenirs die Lattimore graag verzamelt, eigenlijk is ze het liefst zoveel mogelijk op reis om zo haar thuis ook meer te waarderen. En waar ze dan het allerliefst heen reist? “Kroatië is een plek die heel dicht bij mijn hart ligt. Ik wil niet heel hippie-achtig klinken, maar het voelt als een kosmische band. Als kind al was ik enorm gefascineerd door het land, hoewel ik er toen nooit was geweest. Afgelopen zomer was ik er voor de tweede keer in mijn leven en vierde ik mijn 41ste verjaardag daar. Het was een langgekoesterde wens om daar mijn verjaardag te vieren. De eerste keer dat ik er was, een aantal jaar terug, fungeerde het als grote inspiratiebron voor Silver Ladders. Ik wandelde er op blote voeten naar het strand, stopte wat biertjes in mijn tas en kon me uren vermaken met lezen, wandelen en dromerig staren naar de bomen en de eeuwenoude huisjes. ‘Pine Trees’ schreef ik bijvoorbeeld over een vreemd klein eilandje vol met dennenbomen voor de kust van Stari Grad, het stadje waar ik graag kom.”
Lattimore zit tijdens het gesprek vol met specifieke anekdotes en observaties. Geamuseerd vertelt ze verhaaltje op verhaaltje. Over de astronaut Scott Kelly bijvoorbeeld, waarover ze een track schreef die op Collected Pieces II belandde. “Een paar jaar geleden had ik een stom ongeluk toen ik glas wilde wegbrengen. Ik struikelde van het stoeprandje en in plaats van mezelf op te vangen, beschermde ik het glas, waardoor ik met mijn volle gewicht op mijn kaak viel, die vervolgens brak. Maandenlang was mijn kaak dichtgenaaid en kon ik niet praten. Dat was super moeilijk, omdat ik normaal een mega sociaal en kletserig mens ben.”
“Ik verhuisde toen maar een tijdje naar de boerderij van mijn ouders. Daar begon ik Scott Kelly te volgen op Instagram, die destijds iets van honderd dagen in de ruimte was. Hij maakte prachtige observaties van de aarde en de ruimte en hoe hij als mens zo ver weg was van alles en iedereen. Man, hoe zou hij zich voelen als hij weer terug is op aarde, dacht ik toen. Hij zal zich vast zo voelen als ik, als mijn kaak weer los is. Ik was zo’n tijd ver weg van mensen en conversaties geweest. Je hebt dan alleen maar een voortdurende monoloog met jezelf; mensen voelen als een soort alien. Met die gedachten schreef ik een nummer voor hem, ‘For Scott Kelly, Returned to Earth’. Dat nummer heb ik uiteindelijk naar NASA gestuurd. Een woordvoerder van NASA schreef terug: ‘Hij vindt het geweldig! En hij wil het heel graag in zijn presentaties verwerken.’ Of dat echt gebeurt weet ik niet, maar het is heerlijk om te bedenken dat ze bij NASA mogelijk naar mijn gedachtenspinsels luisteren terwijl ze serieuze meetings over spaceshuttles en lichtjaren hebben.”