Onderweg, voortdurend in beweging en voor slechts twaalf uur op Vlieland – we spraken met de New Yorkse singer-songwriter Cassandra Jenkins, die nog altijd het succes van haar doorbraakalbum An Overview On Phenomenal Nature beleeft, over hoe het tourleven haar bevalt.
Tekst: Ruben van Dijk
Foto’s: Tom van Huisstede
Er zijn maar weinig plekken in Nederland waar mensen zo veel moeite in hun escapisme steken als op Vlieland tijdens Into The Great Wide Open, een festival waarbij zo’n zesduizend bezoekers, waaronder vele gezinnen met jonge kinderen, voor vier dagen migreren naar wat voor Nederlandse begrippen een bijzonder afgelegen plek is. De reis per elektrische (deel)auto, trein en boot wordt mede beloond door het wilde natuurschoon. Vlieland voelt ‘ongerept’ vergeleken met de steden die de meeste bezoekers thuis noemen. Het is het alleen allesbehalve.
Vanuit een geologische tijdschaal bezien zijn de bossen pas nét voor het festivalpubliek op Vlieland gearriveerd. De aan het Middellandse Zeegebied inheemse bomen – vooral Corsicaanse, zwarte en zeedennen – zijn in de loop van de jaren twintig geplant om de zandduinen bijeen te houden die anders door de Noordzee waren opgeslokt, waarmee niet alleen de lokale scheepvaart maar ook het vasteland bedreigd was. Naar Hollandse traditie werd de natuur gehanteerd om het heft in eigen handen te krijgen.
Zulke menselijke grootheidswaanzin is bij aankomst op het eiland, honderd jaar na dato, nog maar moeilijk voor te stellen. Onder de muziekfestivals loopt Into The Great Wide Open ver vooruit als het op duurzaamheid aankomt. De doelstelling van ‘klimaatpositiviteit’ is wellicht wat komisch en hoogmoedig op een heel andere wijze, maar de organisatie slaagt er grotendeels in het eiland achter te laten zoals het het enkele weken eerder aantrof. Daarmee bewijst het zijn relevantie als een cultureel evenement én erkent de organisatie dat het de natuur maar weinig kan schelen welke artiest er dan ook acte de présence geeft.
Dat gezegd hebbende lijken de dennenbomen op de avond dat Cassandra Jenkins het podium op De Open Plek bestijgt toch echt zachtjes met de muziek mee te bewegen.


Net aangekomen met de watertaxi stapt Jenkins uit een busje de backstage in, wetende dat ze over minder dan twaalf uur weer op de veerboot zal stappen. Ze draagt duidelijk een dag reizen met zich mee, maar vermoeidheid is het niet. In plaats daarvan is het alsof een zacht oostelijk briesje haar net op Vlieland heeft doen neerdalen.
Terwijl we aan onze wandeling beginnen – weg van het festivalgedruis, het bos in – beschrijft ze de “de vele pogingen om hier te komen”, de busjes en vliegtuigen die op het laatste moment waren geannuleerd, de band die gisteravond uit Londen in Amsterdam was aangekomen en vanmiddag nog helemaal naar Hamburg moest rijden om haar op te halen. “Het was vrij krankzinnig allemaal. Het is een hoop werk om op een eiland te komen, maar de voordelen ervan zijn altijd meteen zichtbaar als je er eenmaal bent.”
“Ik laat de gevoelens en waar ik al dan niet op reageer in een bepaalde omgeving gewoon door mij heen bewegen.”
Ze denkt terug: “Thuis lijkt iedereen in de zomer altijd wanhopig naar een eiland onderweg te zijn, welk eiland dat dan ook mag zijn. En het is altijd zo’n onderneming. Ik had vrienden met wie ik altijd naar Fire Island ging en mijn vriendin Jessica maakte dan voor iedereen een compleet pdf-bestand. Een pdf van tien pagina’s met hoe er te komen. Alleen om op vakantie te gaan!”
De release van haar doorbraakalbum An Overview On Phenomenal Nature was in februari 2021 nog vooral een online-aangelegenheid, maar sinds mei van dit jaar is Jenkins vrijwel onophoudelijk op tour geweest. Soms alleen, met lokale saxofonisten of met twee tot vijf leden van LYLO, een bevriende indieband uit Glasgow. “Het geeft een hoop genoegdoening om dit te kunnen doen,” benadrukt ze; om van plek naar plek te kunnen reizen, mensen van over de hele wereld te ontmoeten en overal waar ze komt een show te spelen. “Er waren alleen vandaag al zoveel dingen die ontzettend mis konden gaan. En er gingen ook dingen mis, maar we zijn er doorheen gekomen. Dat is zo’n belangrijk aspect van het tourleven. Je geraakt naar mijn gevoel in een state of mind waar het idee dat dingen gaan zoals je denkt dat ze zullen gaan helemaal uit je wordt geschud. Het is bevrijdend, het is moeilijk en het is wild.”

Het gros van An Overview On Phenomenal Nature ontstond op een rotsachtige archipel genaamd Lyngør, vlak voor de Noorse zuidoostkust, waar Jenkins na het overlijden van David Berman een paar dagen bij vrienden logeerde. [Lees meer over het verhaal achter het album in het interview dat we eerder met Cassandra Jenkins deden.] Net als Vlieland is Lyngør er vooral als een ontsnappingsmiddel – een hemelse plek waar je moeilijk komt, maar waar het vertrek nog moeilijker is; een heilzame bestemming waarvan je welhaast zou vergeten dat het ook vaste bewoners heeft en een infrastructuur die alles boven water houdt. Zo was ook Jenkins’ tijd aldaar: spiritueel en subliem, een rouwperiode waarin de wolken en het water er voor haar waren.
Op Vlieland wijken de dennenbomen voor een grijsgroene structuur en een verheven vijver waar enkele meeuwen stilletjes op de golven rusten. Een paar tellen staan we stil en kijken we vol verbazing naar ons nieuwe uitzicht. Het duurt even voor we allebei doorhebben dat we naar de lokale waterzuiveringsinstallatie kijken.
Als we het bos eenmaal achter ons hebben gelaten en op een bankje aan de Waddenzee hebben plaatsgenomen, bekent Jenkins dat ze zich allesbehalve geaard heeft gevoeld in de voorbije weken. “Maar ik merk dat ik dat gevoel zelfs bij het kleinste beetje natuur snel weer terug heb,” zegt ze, terwijl haar ogen langs de modderige kust dansen, waar het weer langzaam vloed lijkt te worden. “Ook nu, bijvoorbeeld, zie ik die vogels voor ons. Het lijkt alsof ze naar weekdieren zoeken, of zoiets. Ik kan gewoon even een paar minuten naar die jongens kijken. Het haalt me volledig uit waar ik me op dat moment dan ook zorgen over maak. En het is niet alsof ze daar zitten om mij ergens van te genezen, om mij een of andere spa-ervaring te geven. Het gaat er puur om dat ik naar ze kijk en geen flauw idee heb wat ze aan het doen zijn.” Onze ogen dwalen af naar de getijbewegingen die de zee ietsje verderop in een stroomversnelling brengen. “Natuur brengt mij zo snel in een observatiestand,” vervolgt ze, “want er is zoveel te observeren.”

De tegenstelling van een ‘natuurlijke’ plek als de Vlielandse duinen, waar geduld en observatie het devies is, en de acute euforie-economie van een muziekfestival kan behoorlijk uitputtend zijn, zeker als je in korte tijd door talloze van dat soort plekken verplaatst. En dus probeert Jenkins beter te worden in het schakelen. “Ik probeer op een punt te komen waar het niet uitmaakt waar je bent, omdat je overal hetzelfde bent. Ik laat de gevoelens en waar ik al dan niet op reageer in een bepaalde omgeving gewoon door mij heen bewegen.”
Gedurende haar tijd in Noorwegen, in augustus 2019, zag Jenkins overal paarse bergen – purple mountains – in de wolken. Toen ze precies drie jaar later weer in Noorwegen was, in Bergen, leek het toeval wederom aan haar kant te staan. De show die ze zou spelen werd op het laatste moment omgeboekt naar de bovenverdieping van een flatgebouw, waar het publiek uitkeek op de Bergse fjorden, gehuld in een roze schemering, precies zoals Jenkins die normaalgesproken achter zich zou laten projecteren. Eerder die dag kwam ze tijdens een wandeling door de oude stad twee restaurants op dezelfde straat tegen: eentje genaamd Michelangelo, de ander Pygmalion, twee van de nummers uit haar huidige setlist. “Als het onmogelijk is om een bepaalde routine te volgen en je veel minder op je hoede bent, gebeuren dat soort kleine, gekke dingen. Maar ik probeer er vooral niet te veel en niet te solipsistisch over te denken. Het is te makkelijk om te denken dat dat soort dingen er speciaal voor jou zijn.”
We wandelen langzaam terug naar de kakofonische backstage na vijfentwintig minuten in een vergankelijk bos – al ware het net iets minder vergankelijk dan wij. In gesprek met een artiest die als geen ander magie put uit de meest aardse momenten is het moeilijk om zelf niet naar wat meer van dat soort magie te verlangen. Wat dat betreft heeft Jenkins nog een laatste wijsheid in pacht. “Ik denk dat het belangrijkste is dat je het niet zelf probeert na te jagen. Want zodra je naar zingeving op zoek bent, gaat het altijd geforceerd voelen en valt het uiteen. Maar zodra ik mezelf open opstel en niet precies weet wat ik merk of zie, dan begin ik pas echt iets te vóélen. Ik was gisteren bijvoorbeeld in Hamburg en kreeg een berichtje van m’n moeder: ‘Dat is waar al je voorouders vandaan komen’. Ik denk dat het heel Amerikaans is om de verleiding te hebben je thuisland op te zoeken en je ermee verbonden te voelen. En ik merkte dat ik bij mezelf dacht: voel ik me verbonden met mijn afkomst? En dat is wat ik bedoel. Ik zocht naar het gevoel. En natuurlijk vond ik dat gevoel niet.”
Wellicht is al die fenomenale natuur aan onze handen niet besteed.