In een tijd voor YouTube en Shazam kon je die ene track die maar in je hoofd bleef hangen niet zomaar opsporen, laat staan dat ene instrument dat je op die track hoort. In 2003 stuit de negentienjarige Manu Delago – dan al een begaafd drummer, accordeonist en pianist – op een simpele mp3 van een voor hem nog onbekend instrument dat erin slaagt hem volledig te betoveren. Na een ellenlange zoektocht blijkt het om een hang, een soort omgekeerde steeldrum, te gaan. De Oostenrijkse tiener vraagt zijn vader om wat financiële steun en bestelt er impulsief eentje. Het blijkt een vruchtbaar begin van zijn carrière als professioneel muzikant. Een carrière waarin de Oostenrijker niet alleen zijn instrument steeds opnieuw uitvindt, maar ook denkt aan aarde en mens.
Tekst: Dave Coenen
Foto’s: Pascal Triponez
September 2007: na jarenlang gedisciplineerd oefenen plaatst Delago een video van een eigen compositie op YouTube. In die video – met als hoogst beschikbare resolutie welgeteld 144 pixels – zien we de Oostenrijker een tikkeltje timide maar met bezieling zijn hang bespelen. Het instrument maakt een zacht, haast vloeibaar geluid, met een klankpalet ergens tussen piano, percussie en marimba in. Delago bewijst zijn muzikale veelzijdigheid met het ‘metal music’-shirt dat hij draagt; zijn inventiviteit en oog voor detail met de tientallen eierdozen die als eigengemaakt isolatiemateriaal aan de muur achter hem hangen. Het vroege YouTube-publiek valt als een blok voor het spel en het geluid: de video gaat viral en belandt in de toplijsten van YouTube.
Het filmpje brengt een sneeuwbaleffect teweeg. Via een aantal groepsprojecten en menig soloplaat belandt Delago via Brits producer-duo Shpongle in het psytrance-wereldje, speelt hij vervolgens een vijftal wereldtours en een plaat vol met niemand minder dan Björk, werkt hij meermaals als bandlid en songschrijver samen met sitarspeler Anoushka Shankar – wat hem een Grammy-nominatie oplevert – én toert hij met The Cinematic Orchestra, Ólafur Arnalds en een hele rits andere grootheden. Tijdens dit alles blijft Delago ook nog eens zijn eigen slagwerk voortdurend innoveren.
Twaalf jaar na zijn viral-succes blikt Manu Delago aan de telefoon terug. “Ik had nooit gedacht dat ik bekend zou komen te staan als een hangspeler. Ik ben nog steeds een drummer van origine. Al sinds mijn tweede drum ik, die hang gebruikte ik er soms bij. Maar altijd als ik ‘m bespeel, reageren mensen heel enthousiast. Op een of andere manier heeft zijn klank een natuurlijke aantrekkingskracht tot mensen. En daardoor ben ik me er gaandeweg meer aan gaan toewijden.”
“Componeren voor de hang is voor mij een vorm van muzikaal pionierschap. Ik leerde mezelf er iets compleets nieuws mee, en er zijn immers maar weinig mensen die het als basis gebruiken voor hun muziek. Maar ook al is het zo’n fijn en veelzijdig instrument, hoe langer je al bezig bent met het opnieuw uitvinden van je instrument, hoe moeilijker dat wordt. Het gaat me nu steeds vaker om de context: hoe pas ik de hang toe tussen andere instrumenten en andere geluiden? Hoe mix ik het? Vervorm ik het geluid? Op die manier verandert de band die ik met de hang heb voortdurend.”

Op het moment van spreken (in oktober 2019) heeft Delago net een intense toursprint achter de rug met daarin ook zijn eerste grote soloshows in Nederland. In de laatste maanden van het jaar volgen nog heel wat shows met andere artiesten. Maar hoe turbulent zijn leven als (toerend) muzikant ook is, ook op tour probeert Delago te vernieuwen. Niet alleen op het podium, maar ook erbuiten. Zo zorgde zijn extreem drukke tourschema ervoor dat hij zijn slaap- en rusttijden ging herzien. En er ontstond zelfs een plaat uit deze verhoogde mate van self-care.
“Ik heb mezelf door alle drukte geleerd om eens genoeg slaap te nemen en mijn tours ruim van te voren in te plannen. Met voldoende slaap kun je met zo veel meer omgaan dan met een gebrek eraan.” En mocht die slaap ooit weer komen te lijden onder alle muzikale drukte, dan werkt Delago’s eigen ode aan de nacht Circadian (2019) als prima geheugensteun en rustgever. Het conceptalbum is een muzikale vertolking van de verschillende slaapfasen en het nachtelijk bestaan, en maakt vernuftig gebruik van 24-noots patronen om het ‘circadiaan ritme’, oftewel het 24-uursritme van de mens, te weerspiegelen.
De werkwijze van Circadian lijkt ogenschijnlijk lijnrecht te staan tegenover Delago’s ambitie om de hangdrum continu opnieuw uit te vinden. “Omdat Circadian over het circadiaan-ritme gaat, hoor je meer herhaling op dit album dan op mijn eerdere werk. Daar had ik als componist aanvankelijk wel wat problemen mee. Voor ik aan deze plaat begon zag ik patronen en repetitieve elementen in muziek als lui en eenzijdig, een makkelijke verlenging van je muziek zonder je druk te hoeven maken over ontwikkeling en uitbouwing. Het wakkerde een conflict in me aan, want als luisteraar vind ik repetitie eigenlijk best wel fijn. Steeds herhalende patronen geven me een ruimtelijk gevoel, ik krijg de tijd om mezelf onder te dompelen in wat ik hoor, om me erin te bewegen. Ik kan de muziek daardoor veel beter bevatten.”
Ook andere muzikanten inspireerden Delago om repetitie toe te laten en zo dichter bij zichzelf te komen. “Net voordat ik aan het album begon, tourde ik met Ólafur Arnalds. Hij gebruikt heel veel herhaling in zijn muziek. Ik dacht: als het voor hem werkt, waarom zou ik het dan niet doen? Het luisteraarsoor won het van mijn componistenoor – zo ben ik herhaling in mijn eigen muziek gaan integreren. En ik vond het prettig. Het maakt Circadian totde plaat die me, door iets wat aanvankelijk saai en veilig leek, met mijn patronen heeft leren breken. Zowel muzikaal als slaaptechnisch.”
Delago maakte Circadian dus niet om zichzelf te pleasen, maar ook niet om te scoren bij het publiek. Het loslaten van vooropgezette ideeën over wat muziek hoort te zijn, blijkt een essentieel onderdeel bij het maken van Circadian. “Mijn vorige albums bevatten vocalisten en waren in die zin wat meer ‘radio-georiënteerd’, maar ik heb dat concept losgelaten. Ik gaf tijdens het opnameproces van Circadian eigenlijk helemaal niets meer om de lengte of het formaat van het album – of het instrumentaal of niet was, was me om het even. Misschien is die 21 minuten-durende track wel een statement tegen de hapklare playlist-consumptie van muziek en de schijnbare chill factor van mijn oeuvre. Ik krijg via Spotify toch maar 0.003 cent per stream, of die track nou 2 of 21 minuten duurt.”
Dat 21 minuten-durende epos, ‘Delta Sleep’, is om half vijf ’s nachts live opgenomen. “Ik wilde echt dat het een nachtelijke, stille, haast magische sfeer zou hebben. Het is de track op het album die de diepste slaapfase belichaamt.” Het gevolg is dat de track eigenlijk té stil is om tijdens liveshows te spelen. Een probleem dat gemaskeerd wordt door de melodische aanstekelijkheid van de andere tracks en patronen op het album.
Op de kerntrack van het album, ‘The Silent Flight of The Owl’, vat Delago een droomachtige ontmoeting met een uil. “Het moet rond drie uur ‘s nachts zijn geweest, toen ik mijn tanden stond te poetsen en een meter van me vandaan een uil voor het raam landde. Het ging snel en het was donker. Uilen komen normaliter niet zo dichtbij een raam of een huis. Ik wéét dat het gebeurd is, maar niemand geloofde het, dus in die zin is het voor velen een droom.”

En zijn dromen, houdt hij die zelf ook bij? “Sinds ik aan Circadian begon, hou ik een slaapdagboek bij. Maar daarin noteer ik alleen de lengte van m’n slaap en wat berekeningen. Het gaat dus niet over de inhoud van mijn dromen. Ik merkte wel dat mijn dromen pas echt gek en verwarrend werden toen ik met veel bands tegelijk op tournee was. Vorig jaar ging ik kriskras over de wereld. Dat is leuk, maar heel vermoeiend. Na een paar jaar intensief touren realiseer je je dat je voorzichtig moet zijn met je energie.”
Dat deed Delago beseffen dat hij niet alleen beter op zichzelf wil gaan letten, maar ook op de mensen en de natuur om hem heen. “Het menselijke element in muziek is heel belangrijk voor mij. Ik probeer mijn muziek live op een zo natuurlijk mogelijke manier te vertolken, zoals ik nu doe met mijn negenkoppige ensemble. Het weglaten van elektronica roept bij onze liveshows meer positieve reacties op dan ooit. En dat geeft me waar ik naar zoek: een element van menselijke connectie in een optreden. Mijn doel is om mensen te verrassen en iets te doen wat ze nog niet hebben gehoord of gezien. Componeren en spelen hebben voor mij geen zin meer als ik niets nieuws kan doen. Er is al zo veel muziek op het internet, op de radio, in podia. Ik wil als sessiemuzikant haast alles spelen wat men van me vraagt, maar als mijn naam op de bill staat, doe ik mijn uiterste best om het vernieuwend en speciaal te maken.”
En zo bouwt Manu Delago zijn verbindende, humanitaire missie uit. “Ik wil niet alleen verbinden middels muziek, maar ook een zo laag mogelijk negatieve impact hebben op andere mensen en deze planeet. Dat doe ik door zo milieuvriendelijk mogelijk te touren.” In mei 2020 stond daarom de ReCycling Tour op het programma: een muzikale ronde door Oostenrijk waarin alle etappes per elektrische fiets worden afgelegd. Volledig aangedreven door trap- en zonne-energie, met speciale trailers voor instrumentarium, en maaltijden zonder wegwerp-plastic, volledig organisch vervaardigd door lokale fans en chefs.
Door de coronacrisis wordt de ReCycling-tournee helaas opgeschort, maar Delago laat zijn creativiteit niet varen binnen de muren van zijn eigen huis. Zo neemt hij nieuwe video’s en producties op die enkel bestaan uit soundbits van percussieklanken uit zijn eigen woning. Met het tikken op keukengerei, slaan met deuren en gepiep van de wasmachine geeft hij house beats een geheel nieuwe lading.