Katie Gately is nieuwsgierig naar álles wat met geluid te maken heeft. Die eigenschap leidde tot een vrij merkwaardige loopbaan, van dialoog-editor tot sound designer tot producer en muzikant. Gately tovert alledaagse geluiden om tot iets muzikaals, en die avontuurlijke werkwijze bracht haar in het vaarwater van artiesten als Björk, Zola Jesus en serpentwithfeet. Op haar tweede soloalbum Loom komen Gatelys vaardigheden tot uiting op een totaal intuïtieve, persoonlijke manier: als document van catharsis en rouw.
Tekst: Jasper Willems
Foto’s: Steve Gullick
“What is music but organized noise?”, vroeg de Franse componist Edgard Varèse zich ooit af. Het werk van Katie Gately geeft voor een groot deel antwoord: binnen de eindeloze mogelijkheden van muziektechnologie kan Gately ieder geluid ombuigen tot iets expressiefs. In haar handen verandert een groep tierende lemuren, bijvoorbeeld, in een “exotisch blaasorkest”, terwijl een simpele ovendeur klinkt als een soort buitenaardse oerschreeuw van onheil.
Inderdaad: Katie Gatelys oren zijn door de jaren zodanig getraind dat ze ook anders naar de wereld is gaan luisteren. Binnen ieder geluidje hoort ze een zee aan potentie. Om dat even te demonstreren tik ik met mijn vingers aan de zijkant van mijn laptop. “Met een-zestiende delay en tachtig procent feedback zou dat zomaar een zwerm agressieve vlinders kunnen zijn,” antwoordt Gately aan de andere kant van de lijn, zonder een moment aarzeling.
“Ik vind niet dat ik er van nature een talent voor heb, maar ik kan wel met zekerheid zeggen dat ik het leeuwendeel van mijn tijd spendeer aan luisteren. Achteraf gezien is het best nuttig dat ik zoveel uren stop in geluiden nog voordat ik aan de muziek toekom.” Gately legt uit dat ze daardoor veel flexibiliteit had om te experimenteren – in de vorm van diverse EPs en debuutplaat Color. Laatstgenoemde klinkt min of meer als haar vrijgevochten versie van popmuziek, waarbij de extremen speels worden onderzocht. Luister eens naar een track als ‘Tuck’: het klinkt verdomd overstuurd en verwrongen, maar stiekem hoor je gewoon een sterk popliedje dat klinkt alsof het is gemaakt door het dronken zusje van Grimes of Charli XCX.
Ook die experimentele EPs zijn vrij spectaculair, in zowel uitwerking als resultaat. Het desoriënterende ‘Pipes’ is een compositie dat uitsluitend bestaat uit bewerkte stemmen. Een andere compositie, ‘Ice’, is ontstaan uit slechts één geluid: van een ijsklontje dat in een glas valt. Ook de remix die Gately maakte voor Björks nummer ‘Family’ is opmerkelijk: ze liet alleen Björks stem over, haalde alle instrumentatie weg, en verving het met gehavende geluiden van kalkoenen, pauwen en andere vogels (en het resultaat klinkt zo).
“Mijn ouders dachten in het begin dat ik gestoord was. Sterker nog: ik dacht dat ik gestoord was! Wat ben ik in godsnaam aan het doen? Waarom luister ik naar het gezoem van een koelkast?
“Dat is het mooie aan werken met elektronische middelen”, voegt ze toe. “Je kunt een bepaald geluid vrij snel veranderen in iets waar je enthousiast van wordt. Maar sommige geluiden springen er echt uit, die hebben iets opwindends vanuit zichzelf.”
Dit is voor Gately moeilijk om uit concreet te leggen: wat een geluid precies opwindend genoeg maakt om te gebruiken is heel subjectief. “Ik werk graag met samplers met ingebouwde audiofragmenten en veldopnames, maar ik heb bijvoorbeeld niks met Moog-synthesizers. Ik weet dat veel muzikanten een zwak hebben voor die dingen, en toegegeven, ze kunnen ongelooflijk machtig klinken. Maar ik maak liever een synth van iets dat nooit was bedoeld als synth. Ik ben wat dat betreft best eigengereid: ik duik graag in iets waarvan ik niet eens zeker weet of het werkt… Gewoon om te kijken wat er gebeurt!”
Kermende toiletten
Het duurde een aantal jaar voordat Gately goed gedijde in haar eigen manier van werken. Als kind kreeg ze pianoles, maar had ze weinig geduld om klassieke toonladders en technieken aan te leren. Ze raakte daarentegen wél geobsedeerd door geluid, maar hoe dat zijn vruchten uit zou werpen als beroep? Na de middelbare school studeerde ze (muziek)filosofie in Minnesota, vervolgens sound design voor films in New York. Aanvankelijk specialiseerde Gately zich in het oppoetsen van filmdialoog, wat op creatief vlak veel te beknellend was. Als sound designer kon ze wat meer haar vleugels spreiden (ze componeerde bijvoorbeeld voor de korte animatiefilm Sensory Overload), al moest haar werk ook daar in dienst treden van het grotere plaatje.
“Ik begon met het opvolgen van instructies, en dat is op zichzelf best waardevol. Het is leerzaam wanneer mensen je sturen tot het nemen van besluiten. Maar mijn eigen werk groeide uit tot een soort reactie daartegen. Ik wilde mijn eigen beslissingen nemen. Het is nog steeds erg leuk om tussen die twee mentaliteiten te schakelen. Ze vullen elkaar enorm aan. Ik werk met animators en regisseurs die zelf ook met waardevolle ideeën komen, die ik ook toepas in mijn eigen muziek. Vooral visuele kunstenaars hebben vaak enorme goede oren, terwijl ze geluid niet per se als instrument toepassen.”
Pas toen Gately naar Los Angeles verhuisde om filmproductie te studeren kreeg ze interesse om daadwerkelijk muziek te gaan maken. Omdat haar wortels liggen in sound design was het alleen nog niet duidelijk welke vorm dat precies moest aannemen. “Mijn ouders dachten in het begin dat ik gestoord was. Sterker nog: ik dacht dat ik gestoord was! Wat ben ik in godsnaam aan het doen? Waarom luister ik naar het gezoem van een koelkast? Nu ben ik heel blij dat ik een soort zesde zintuig heb ontwikkeld om van normale geluiden iets interessants te maken.”
Haar ‘superkracht’ levert ook een hoop anekdotes op: “Ik was bij mijn tante thuis, en de pijpleiding op haar toilet schreeuwt een soort doodskreet wanneer je doorspoelt. Op een school waar ik lesgaf, CalArts, precies hetzelfde fenomeen. Ik dacht: nou moe, het coolste geluid dat ik vandaag tref komt uit een WC?! Als iemand binnen was gelopen en me had betrapt op het opnemen van een toilet, had die persoon mij misschien rijp voor een dwangbuis verklaard. Maar het punt is: je weet nooit waar de opwindende dingen vandaan komen… Dat is op zichzelf staande al opwindend.”
Maar is dat soms niet uitermate vervelend? We leven immers niet in een vacuüm, geluid is overal om je heen. Hoe onderdrukt Gately het in hemelsnaam? “Uiteindelijk heb ik mezelf een soort bullshit zen attitude aangemeten om dingen los te laten en me niet druk te maken om het feit dat ik mijn recorder niet bij me heb. Er zijn zoveel geluiden om iets mee te doen, uiteindelijk komt er iets op jouw pad. Of op het pad van een andere artiest.”
Aardverschuiving
Gately had haar plannen voor de opvolger van Color klaarliggen toen ze het nieuws hoorde: bij haar moeder was een zeldzame en dodelijke vorm van kanker geconstateerd. Gately trok aan de noodrem en pakte het eerste vliegtuig van Los Angeles naar Brooklyn om bij haar familie te zijn. Werken aan de projecten die op dat moment op de plank lagen was geen optie: cerebraal experimenteren maakte plaats voor muziek die is gemaakt vanuit hart en ziel.
“Een grote katholieke bruiloft, met veel The Mamas & the Papas-covers en andere hippiemuziek uit Californië – ik probeerde al die blije uitbundige geluiden om te zetten in een soort koor des doods.“
Het beginpunt van Loom was het bloedstollende, 10 minuten durende ‘Bracer’, wat ook haar moeders favoriet was. Het nummer heeft een totaal ander karakter dan de gemuteerde popliedjes die Gately voor Color schreef. Ondanks dat Loom met moderne middelen is gecomponeerd klinkt de muziek niet futuristisch maar rustiek, haast kerkelijk. “Dit album kwam voort uit een instinctieve invalshoek. Mijn moeder was een non, dus ik groeide op met een katholieke invloed. Ik vind de reverb van een kerk ook de mooiste reverb op aarde.”
Loom voelt letterlijk als een soort aardverschuiving, waarbij de grond ieder moment onder je voeten kan verdwijnen. Het klinkt dan ook voor de hand liggend dat Gately het geluid van echte aardbevingen heeft gesampled. Sterker nog, veel geluiden vormen bepaalde associaties met de pijnlijke situatie waarin ze zich verkeerde. Huilende wolven, een papierversnipperaar, een schep spittend door de aarde, het geluid van een doodskist die dichtslaat. Niet bepaald subtiel.
In de intro van het huiveringwekkende ‘Tower’ samplet Gately zelfs een persoonlijk moment. “Het zijn geluiden verwerkt uit het huwelijk van mijn ouders. Een grote katholieke bruiloft, met veel The Mamas & the Papas-covers en andere hippiemuziek uit Californië. Ik probeerde die blije uitbundige geluiden om te zetten in een soort koor des doods. Het is vrij eenvoudig tot stand gekomen: dissonantie scheppen door alle verkeerde noten naast elkaar te leggen, uit te rekken en verder uit te smeren met reverb, totdat het onherkenbaar klonk.”
Niet alle geluiden op Loom zijn vervormd tot abstractie. Aan het einde van ‘Tower’ hoor je een kogelhuls vallen op de grond, glashelder. “Dat geluid voelt voor mij als de dood. Het is zo’n onheilspellend geluid, veel enger eigenlijk dan een kogel die wordt afgevuurd, terwijl het niet per se een onaangenaam geluid is.”

Gately herinnert zich nog weinig van het proces rondom Loom: bijna alle keuzes waren keuzes uit gevoel, niet uit nieuwsgierigheid. Het is geen makkelijke plaat om naar te luisteren; het reflecteert een roerig tijdperk tot op het bot, als een pleister die langzaam van een helende wond wordt getrokken. Op het spookachtige ’Allay’ is Gately de ‘stem’ van de kanker, en ‘Flow’ komt vanuit het perspectief van haar moeder. ‘Waltz’ is weer een subtiele knipoog naar Leonard Cohen, een van haar moeders favoriete artiesten.
“Het was moeilijk om uit mijn eigen tendensen te stappen, en vaak is dat voer voor kritiek,” vindt Gately. “Daar ben ik niet bang voor. Het is zo’n persoonlijke plaat geworden. Ik ben trots dat ik hem onder deze chaotische omstandigheden überhaupt heb kunnen maken. Het was ongelooflijk zwaar en Loom afronden voelde als een overwinning. Ik kwam op een gegeven moment op het punt dat ik geen muziek meer wilde maken. Ik wilde niet eens meer eten of uit mijn bed kruipen. Mijn moeder is er helaas niet meer om het voltooid te zien, maar ik voel dat ik nu in ieder geval verder kan.”
Nieuwsgierigheid aan het roer
Katie Gately begon achter de schermen als iemand die filmdialogen ‘photoshopte’, nu staat ze zelf op een podium voor mensen te zingen en spelen. Dat brengt voor haar weer een hele nieuwe lading uitdagingen met zich mee. Aan een dramatische gitaarsolo of funky Hammond-riff kun je vrij snel een bepaald gevoel koppelen. Gatelys werk komt voort uit volledige abstractie, de intense onderbuikgevoelens die minder gedefinieerd zijn. Dat eist een diepere investering naar de luisteraar toe, en dat is niet iets dat je zomaar met een gewone liveband naar het podium kunt vertalen.
“Ik krijg tegenwoordig les van een zanglerares via Skype”, onthult ze. ”Zij woont in Turkije en ik sprak toevallig met haar voor dit interview. Het belangrijkste wat ze me bijbrengt is niet zozeer het zingen, maar mij helpen herinneren wanneer ik niet open ben. Dat is het doel voor mij: om te vergeten wanneer iets eindigt of begint, en me te laten absorberen door het moment. Dat is een enorme uitdaging wanneer je allerlei knoppen en pedalen moet indrukken of moet checken of alle apparatuur het nog doet. Niemand wil kijken naar een artiest die zichzelf afsluit. Wanneer je zingt moet je je kwetsbaar durven opstellen. Mensen hebben het onbewust wel door wanneer je niet aanwezig bent. Zelfs al haal je elke noot perfect, dan haken ze af. En niet als je een verkeerde noot zingt maar daarin wél aanwezig bent. Zo maak je juist een connectie.”
Gately kruipt langzaam maar zeker uit haar schulp. In de clip van ‘Waltz’ is ze bijvoorbeeld voor het eerst te zien als performer. “Ik werk met een briljante professionele danseres, een meester in het vak. En vreemd genoeg voelde ik me daardoor juist comfortabel. Ik heb nog steeds veel podiumangst en raak nerveus voor een groep mensen. Dat is nog steeds een obstakel voor mij. Vaak valt het allemaal reuze mee. Mensen zijn over het algemeen ontzettend vriendelijk.”
Voorlopig is Gately blij dat haar nieuwsgierigheid het roer weer in handen heeft na het uitputtende proces rondom Loom. Gelukkig ontstaat nieuwsgierigheid bij voorbaat al vanuit het onbekende. “Het belangrijkste is om uit mijn eigen weg te blijven. Ik schrijf muziek nooit met de intentie iets goeds te maken. Nooit. Het draait vaak om uit de opzij stappen en mijn nieuwsgierigheid alle beslissingen te laten nemen. Als ik mijn ego het werk laat doen, dan komt daar niks boeiends uit voort. Dat maakt mijn proces soms een beetje chaotisch, want je moet in zekere zin de controle uit handen geven om het te kunnen waarborgen. Ik begin er steeds comfortabeler in te worden. Misschien moet ik een of andere mantra of spreuk verzinnen om mezelf dat te helpen herinneren, haha!”
Loom, het tweede album van Katie Gately, is nu uit via Houndstooth. Je kunt het album hier kopen.