Fragmenten helpen ons het geheel te begrijpen. In haar bundel The Wild Iris (1992), verkent de dichter Louise Glück de snippers en cycli van het leven – de dood, wedergeboorte, transformatie – met behulp van natuurlijke metaforen. Zo zondert ze zichzelf af, zowel op papier als spiritueel: “Wat uit de vergetelheid terugkeert, keert terug om een stem te vinden.” Met andere woorden: pijnlijke ervaringen kunnen tot vernieuwing leiden. Op soortgelijke wijze werkte Porridge Radio-zangeres Dana Margolin zich door heftige emotionele momenten; nauw verbonden stukjes van een groter geheel. Gedurende een proces van bezinning ontstaan verhalen, beelden en uiteindelijk het nieuwste album van de indiekwartet uit Brighton: Water Slide, Diving Board, Ladder To The Sky. Een album met meer reikwijdte en catharsis dan ooit tevoren dat de band, reeds bestempeld als een van de meest veelbelovende namen in de indie rock-scene, officieel de status ‘tour de force’ geeft.
Tekst: Sara Nuta
Foto’s: Tom van Huisstede
Tijd beweegt zich circulair. Bands die hun doorbraak beleven zijn vaak aan cycli onderhevig – van het eigenaardige rondje langs de pers tot het plannen van tourdata is het als eb en vloed. Maar als Porridge Radio (bestaande uit zangeres Dana Margolin, drummer Sam Yardley, toetsenist Georgie Scott en bassist Maddie Ryall) in maart 2020 zijn tweede album Every Bad uitbrengt keert de tijd zich al gauw binnenstebuiten.
Het viertal, dat voortkwam uit het soloproject van Margolin, had in de scene van Brighton al enkele jaren naam gemaakt toen de grote doorbraak kwam. Lof was er alom voor de dagboekachtige teksten, het snedige stemgebruik en de meesterlijke dynamiek – zowel op plaat als in de liveshows. De lockdown roept die zegetocht een halt toe en de tijd die vrijkomt gebruikt de in 2014 gevormde band om in alle rust te kunnen groeien. Margolin en haar bandgenoten hebben de ruimte om de plotselinge aandacht een plek te geven.
Het merendeel van het album verkent de stadia waar iedere relatie zich doorheen beweegt, inclusief de communicatie binnen een band – liefhebben, vechten, creëren, afzonderen, bijeen komen. En hoewel dergelijke bezinning actueel voelt, is Water Slide, Diving Board, Ladder to the Sky geen corona-album. Margolin schreef veel nummers in 2019, sommigen al in 2018. Maar met die extra tijd lukt het de band wel om na verloop van tijd tot een nieuw, uitgediept geluid te komen – een waar indie rock, art pop en post-punk samenkomen. Het voelt grootser dan ooit.

Dana Margolin is een intuïtief songwriter. Ze geeft zichzelf de ruimte om te tekenen en zich door tekens, emoties en frases te laten leiden. Het album en de albumtitel zijn geïnspireerd door afbeeldingen uit collages van Eileen Agar. Margalin, die de afgelopen jaren steeds meer schildert en de laatste twee albumhoezen voor rekening nam, legt uit dat haar aantrekkingskracht tot die drie tekens begon toen ze ze steeds opnieuw tekende tot ze, met terugwerkende kracht, één samenhangend geheel vormden. “Ik kon het articuleren door ze als symbolen te beschouwen. Dan is de water slide vreugde, speelsheid en plezier; de diving board klimmen, vastgrijpen, springen, risico en angst; en de ladder to the sky eindeloosheid.”
Ze vindt troost in de zoektocht naar letterlijke en figuratieve spiralen, zoals de Jakobsladder, om daarmee verschillende gemoedstoestanden bijeen te brengen. De drie genoemde tekens die tot haar komen, maken “héél veel duidelijk,” zo vertelt Margolin in een persbericht. “Ze vatten perfect samen wat ik met deze songs duidelijk probeerde te maken, ook al wist ik dat nog helemaal niet toen ik ze schreef.” Het bedenken van een albumtitel is een no-brainer.
Online heeft het idee waargenomen te worden, of het verlangen om níét waargenomen te worden, een memestatus bereikt. DBWSLTTS verkent de verschillende lagen van lichamelijk bewustzijn – van gezondheidsangsten tot het delen van je persoonlijke leven met anderen. Het schaakspel tussen die interne en externe wereld ontvouwt zich op songs als ‘Rotten’ en ‘U Can Be Happy If U Want To’, een standout-track op het album waarin Margolin zingt over het delen van zeer persoonlijke kunst met de rest van de wereld – en wat je in dat proces rijker en armer wordt. Ze bezingt de verstrengeling met 1) een geliefde (“My voice is stuck to your voice / So everything I say / Belongs to you” en 2) degenen die naar haar werk luisteren (“And every song and every rhyme / Nothing is mine / I’ll give it all to you”). Het is een aangrijpend nummer dat de intensiteit des te meer vergroot door alsmaar verder en verder (“and back and back”) te vervagen. Het geeft het idee dat je de vergetelheid in staart. De band groeit en groeit en ondertussen verandert de verhouding van de band tot het eigen werk.
Als ik Margolin vraag in hoeverre ze met haar eigen sterfelijkheid bezig was tijdens het schrijfproces, vertelt ze me over hoe ze zich tot haar gezondheid verhoudt en dat ze kracht heeft gevonden in haar kwetsbaarheid. “Ik denk dat ik heel veel gezondheidsangst had en uiteindelijk leerde ik daar mee om te gaan. Het heeft verschillende gedaantes gehad, maar veel nummers komen terug op die fysieke ervaring, hoe het is om in deze wereld en in een menselijk lichaam te bestaan dat zo ontzettend fragiel is maar ook zijn eigen krachten heeft. Het gaat om de balans daartussen; hoe zwakte en kracht met elkaar in contact staan; hoe ze cyclisch zijn en op en neer bewegen.”
“Als je je verzet tegen dingen die hoe dan ook gebeuren, kan dat ontzettend moeilijk en pijnlijk zijn. Maar laat je ze pijnlijk zijn, dan worden ze behapbaar.”
Het album laat niet alleen een sterk zelfbewustzijn zien, maar ook de vrijheid die je krijgt als je de controle daarin loslaat. “Er was een periode, vlak voor het eerste album, toen we nog best een kleine band waren, ik me er opeens bewust van werd dat mensen mij online volgden die dat eerder niet deden. Ik deed interviews and moest opeens bedenken waar mijn grenzen lagen, hoeveel ik wilde delen. Ik heb daar zeker veel angsten over gehad; over waargenomen worden, geen controle te hebben over hoe anderen mij waarnemen. Ik denk die angst ‘m daarin zat. Maar ik besefte me dat hoe jij je voelt over hoe anderen zich over jou voelen, dat kan je zelf controleren. Ik besefte me dat ik kan geven wat ik te geven heb en met de beste bedoelingen kan proberen om te doen wat goed voelt. En daarna heb ik er niets meer te zeggen over hoe men mij ziet. Dat was heel bevrijdend.”
Dat opgelaten, vrije gevoel is op de hele plaat terug te horen. Porridge Radio laat zich tekstueel kenmerken door mantra-achtige, circulaire zinsbouw, zoals in religieuze chants of veel experimentele literatuur. Instrumentaal is er een gerichtheid en precisie waarmee een alledaagse woordcombinatie in een bijtende lijfspreuk kan veranderen. In die herhaling ontvouwt zich een verstoord narratief. Margolin licht haar schrijfproces toe: “Ik heb altijd een notitieboekje bij me en schreef alles heel gefragmenteerd op. Het zijn korte zinnetjes, woorden, gedichtjes, verhalen, dromen, ideëen, allemaal heel erg stream of consciousness. Dat is min of meer hoe ik schrijf. Zo’n notitieboek zit dan vol trip, maar dat is juist een belangrijk onderdeel van mijn schrijfproces – om de ruimte te hebben om alles te kunnen spuien en daarna een grens te trekken tussen dat notitieboek en wat ik in liedvorm met iemand anders zou kunnen delen. Het is belangrijk om die ruimte te hebben om aan te kloten, er een bende van te maken, jezelf geen beperkingen op te leggen en alles eruit te gooien. Het leent zichzelf met name voor de stijl waarin ik schrijf, omdat ik overal kleine puzzelstukjes vandaan kan halen. Doordat het zo stream of consciousness is, kan ik op emotioneel vlak ook veel meer open zijn.”

WSDBLTTS wordt gedomineerd door interpersoonlijke relaties, spiritualiteit en angst. Margolin onderdrukt haar emoties niet, maar graaft voortdurend dieper en dompelt zichzelf erin onder. “Ik besefte – en ik denk dat de rest van de wereld het al veel eerder door had dan ik – dat ik de wereld op hele intense, emotionele manieren beleef. Ik heb dat lang onderdrukt en daarin een balans gezocht, maar accepteren dat ik die enorme pieken en dalen heb heeft me juist geholpen. Dat is hoe ik de wereld beleef, dus in plaats van het bevechten of te neutraliseren, ben ik er in meegegaan en laat ik die intensiteit nu toe. Waarom zou ik dat voor iemand anders moeten onderdrukken? Als het te veel is voor iemand, dan is het te veel. Zolang ik mezelf maar toelaat de wereld te beleven zonder mezelf voortdurend in toom te houden. Als je je verzet tegen dingen die hoe dan ook gebeuren, kan dat ontzettend moeilijk en pijnlijk zijn. Maar laat je ze pijnlijk zijn, dan worden ze op een of andere manier behapbaar. Dat is heel leerzaam geweest.”
Deze spanningen – vreugde versus pijn, samen zijn versus isolement, spiritualiteit versus existentialisme – worden zowel thematisch als muzikaal verkend door de band. De composities van Porridge Radio zijn landschappen van catharsis met volop momenten van complexe instrumentatie, intelligente songwriting en intieme tempowisselingen. Het emotionele vocale bereik van Margolin doet denken aan Dolores O’Riordan, die ze als een belangrijke invloed noemt, maar ook zangers die met ongewone zangstijlen spelen, zoals David Berman, Jeff Mangum en Lou Reed. Met de toevoeging van blazers en strijkers herziet de band zijn geluid – met op dit album een filmisch resultaat. Het vollere, rijkere geluid van de band is hoorbaar op het grunge-achtige ‘The Rip’ en de kleinere, uitgeklede momenten op ‘Flowers’ en de titeltrack. De reikwijdte breidt zich immer uit.
De openingstrack ‘Back To The Radio’ schreef Margolin in 2019, toen ze zich overgaf aan de druk het onbekende op te zoeken en naar Londen te verhuizen. De eenzaamheid en het zelfopgelegde isolement (“lock all the windows and shut all the doors”) wordt versterkt door de met zorg gedragen maar energieke vocalen. Tekstueel mag het nummer dan angstig zijn, muzikaal ontvouwt zich een vulkaan van een refrein, waarna in de volgende nummers een ware ontdekkingsreis volgt. De groepszang doet denken aan de indie rock van de vroege jaren ‘10, waarin tumblr-sentiment zich met emo-revival punk-invloeden vermengde – met zinderende refreinen à la Titus Andronicus en orkestrale poparrangementen à la Arcade Fire als resultaat. In die zin overbrugt Porridge Radio het gat tussen de authentieke indie rock en de genre-overstijgende ethos van de scene anno 2022, waar men niet veel geeft om het kleuren binnen de lijntjes.
Nieuwe invloeden uit de trip-hop, Portishead voorop, en de nevelige geluidsmuur van Deftones stellen de band in staat om op nieuwe manieren tot catharsis te komen. Margolin ontdekt Deftones op aanraden van haar bandgenoot Sam. Ze was als een NME-tiener, zoals velen onder ons, en putte op het laatste album inspiratie uit popacts als Charli XCX. Dit maal slaat de band een zwaarder pad in. “Tijdens de lockdown stuurde Sam me een Deftones album. ‘Ik denk dat je dit wel tof gaat vinden,’ en ik was echt zo into it, had zoiets nog nooit eerder gehoord. Dus op m’n 26ste, 27ste begon ik opeens allemaal Deftones-shirts te kopen.”
De invloed is hoorbaar op ‘The Rip’, dat ontaardt in een vernietigende gitaarbreak. Het is een van de meest grootse momenten op het album met tevens een van de meest aangrijpende zinnen. “I’m sick at the seams”, roept Margolin uit. Het knapperige, stuiterende intro van ‘Jealousy’ doet denken aan Portishead en mondt uit in een hevig ademende track over leven met pijn. “Nothing makes me feel quite as bad as you,” zingt ze, terwijl de toetsen en gitaren op gelijke pas escaleren.
De rauwheid, een kenmerk van de band, toont zich in verscheidene vormen. De band werd na de eerste twee albums bejubeld om de kwetsbare, dagboekachtige aanpak, de onverbloemde uitspraken over hoe het is om young and alive te zijn. Dat de productie een paar niveaus omhoog is gegaan, heeft die intimiteit niet minder maar juist sterker gemaakt. Met behulp van producer Tom Carmichael reikt de band tot anthemische hoogtes die Margolin half-grappend met Coldplay vergelijkt. Als ik vraag hoe de band die rauwheid heeft weten te behouden, beschrijft ze hoe ze bepaalde sounds bewust zo ongepolijst probeerde te maken. “Als je niet meer in een schuurtje op een 8-track opneemt, gaat er plots een wereld voor je open. Bepaalde aspecten komen nu beter uit de verf, omdat we zo’n rauwe, energieke groep mensen zijn.”
Uiteindelijk is WSDBLTTS een hoopvol album. Te midden van de pieken en dalen toont zich een boodschap: je twintigerjaren draaien om het nemen van risico’s, om te blijven proberen. Meer kunnen we van onszelf niet vragen: keep going.
We lachen veel tijdens het interview. Margolin neemt zichzelf niet al te serieus. Die speelsheid is een van de belangrijkste aspecten van de band, die tijdens het opnameproces de ruimte biedt om alle kanten op te gaan. Op meerdere tracks wordt een Modest Mouse-achtige megafoon gebruikt en is een eigen, van schroot gemaakt instrument te horen. Het heeft Porridge Radio in staat gesteld om op te vallen en voortdurend voorwaarts te fietsen met een sound dat, zoals hun eigen zinderende ritmes, voortdurend evolueert. Als ik Margolin vraag hoe men over 20 jaar op dit album zal terugblikken, glimlacht ze en zegt ze: “stone-cold classic?”
Porridge Radio speelt volgende maand op Best Kept Secret. Waterslide, Diving Board, Ladder To The Sky is hier te koop.