Deena Abdelwahed is een zeikerd. Tenminste, dat zegt ze zelf. Ze is zich bewust van ongelijkheden die er in Tunesië zijn, het land waar ze gestudeerd heeft en waar haar roots liggen. Als lid van de Tunesische LGBTQ+-gemeenschap wil ze de ongelijkheden aankaarten die daar nog steeds aanwezig zijn, zoals het feit dat homoseksualiteit daar anno 2019 nog steeds illegaal is. Haar wapen? De avant-gardistische dub/drum-‘n-bass van haar liveperformances en laatste plaat Khonnar, waarin ze uitgebreid muzikaal, uh, ‘zeikt’ over die ongelijkheden.
Tekst: Loulou Kuster
Foto’s: Jasmin Reif
Abdelwahed staat op het vliegveld om van haar woonplaats Toulouse naar het kustplaatsje Brest te vliegen, waar ze een set op het Astropolis-festival op de planning heeft staan, als haar vlucht wordt gecanceld. Na een paar uur wachten en administratieve zaken regelen lukt het haar om een nieuwe vlucht te krijgen en lukt het ons haar aan de lijn te krijgen. “Het festival is 23 jaar oud en het heeft een geweldige geschiedenis in de techno scene in de jaren negentig. Ik was erg gestrest dat ik er niet zou kunnen draaien. Ik loop er nog liever heen dan dat ik deze set moet missen.”
De dj en producer komt oorspronkelijk niet uit Toulouse, maar wordt geboren in Doha, de hoofdstad van Qatar, als dochter van twee Tunesische ouders. “Ik voelde me nooit helemaal Qatarees. Ik kreeg de normen en waarden van mijn ouders mee en telkens als we op vakantie gingen naar Tunis, de hoofdstad van Tunesië, dacht ik: hier ga ik later wonen.” En dat gebeurt als ze 18 wordt en aan een studie Fine Arts in Tunis begint. “Ik voelde me als herboren, het leven kwam me tegemoet en ik was alles aan het ontdekken wat een jong mens ontdekt in een nieuwe stad. Er was het uitgaansleven, maar ook op politiek gebied werd ik actief. Het was een roerige tijd waarin van alles gebeurde en ik was jong, had een mening en deed net als iedereen in mijn omgeving mee aan de protesten die aan de gang waren.”

Het zijn niet zomaar roerige tijden waar Abdelwahed naar refereert. De directe aanleiding van de Arabische Lente vindt plaats in Tunesië. Wanneer de 26-jarige Mohammed Bouazizi zichzelf in december 2010 in brand steekt, omdat hij door alle corruptie en economische malaise in het land geen werk kan vinden, ontstaan er massale protesten onder de bevolking. Wat volgt zijn weken van onrust die ertoe leiden dat dictator Ben Ali het land uitvlucht en het dictatoriale regime valt. “Dat was meteen merkbaar, want toen het regime viel, viel bijvoorbeeld ook de blokkade op het internet weg. Dat was voor mij geweldig, want het werd voor mij nog makkelijker om muziek te vinden en playlists te maken.”
Want dat was waar ze naast haar studie voornamelijk mee bezig was: op haar kleine slaapkamer het internet afstruinen op zoek naar interessante muziek. “Dat deed ik eerst voor mezelf, tot ik een keer een jongen in de trein ontmoette waarmee ik aan de praat raakte. Hij vroeg wat voor muziek ik op mijn mp3-speler had staan, dus ik liet hem wat horen. Zijn mond viel letterlijk open. Het was blijkbaar helemaal nieuw voor hem en hij vroeg of het me niet tof leek om dj te worden. De muziek die ik hem liet horen, hoorde volgens hem in clubs thuis. Hij liet me Traktor zien, een computerprogramma om tracks te mixen, en zo begon ik met het maken van mijn eigen muziek.”
“Ik heb geen ideologie. Ik zie alleen dingen gebeuren die niet kloppen en dat kaart ik aan in mijn muziek.”
Na eindeloos veel mixjes te hebben gemaakt besluit ze het een en ander op te sturen naar mensen in de muziekscene van Tunis. Zo komt haar mix terecht bij A World Full of Bass, een collectief van dj’s die ongeveer alles draaien. “Ze organiseerden feestjes in clubs en raves. Die raves waren niet zoals je dat hier in Europa kent, waar het super goed georganiseerd is, iedereen er na hun werk naartoe gaat en vervolgens weer naar huis loopt. Nee, het waren raves in dorpen buiten de hoofdstad, waar ongeveer 150 mensen op af kwamen. Meestal gebeurde het in een groot vrijstaand huis op het platteland en dansten mensen tot een uur of negen ‘s ochtends, als de zon al lang en breed op was. We sliepen in auto’s en reden de volgende dag pas weer terug naar de hoofdstad. Het voelde een beetje zoals raves in Engeland in de jaren negentig waren, heel rauw en vooral heel illegaal. Het was fantastisch om daar te draaien, want iedereen zweette en danste en ging helemaal uit hun dak. We namen een groot risico door die raves te organiseren, want toentertijd heerste het dictatoriale regime nog en die feesten waren natuurlijk verboden, maar eigenlijk waren we te jong om dat echt te beseffen.”
Dat Tunesië nog maar kort een democratisch land is, is volgens Deena voelbaar. Haar vriendenkring daar, die voor het grootste gedeelte tot de LGBTQ+-gemeenschap behoort, heeft nog dagelijks te maken met de strenge regering. “Homoseksualiteit is nog steeds illegaal in Tunesië; je kunt er twee jaar voor in de gevangenis belanden. Mensen worden dagelijks ongelijk behandeld en degene die opvallen of niet in een bepaald plaatje passen krijgen daar de schuld van. Daarover gaat bijvoorbeeld ook het nummer ‘Ena Essab’ op mijn EP Klabb. Het gaat over een homoseksuele man die denkt: ‘omdat ik zo ben, gebeuren er rampen in ons land en omdat ik op iemand van hetzelfde geslacht val, is er ellende en pijn in de wereld.’ Het klinkt voor de westerse wereld misschien heel gek, maar dat is werkelijk wat er daar op de islamitische propagandazenders wordt verteld. Mensen die dit verkondigen of in de propaganda geloven worden er heel lui van, want je kunt de LGBTQ+-gemeenschap de schuld geven van alles dat er mis gaat. De Nobelprijs voor de Vrede had in 2015 bijvoorbeeld nooit aan Tunesië (het Kwartet voor Nationale Dialoog, red.) uitgereikt mogen worden, wat mij betreft, wetende hoe het er hier met de LGBTQ+-gemeenschap aan toe gaat. Ik kan daar heel boos om worden en ik ben een zeikerd, dus in eerste instantie zeurde ik er tegen iedereen over, tot ik besefte dat ik het ook om kan zetten in muziek. Ik heb ook geen ideologie, ik zie alleen dingen gebeuren die niet kloppen en dat kaart ik aan in mijn muziek. Het zijn voornamelijk constateringen. Nu ik in Europa woon, kan ik me niet meer bezighouden met het fysieke activisme en dus probeer ik door middel van mijn muziek en door interviews met journalisten op een andere manier aan te kaarten wat daar aan de hand is.”

Sinds Abdelwahed in Europa woont voelt ze zich veel vrijer. Ze woont samen met haar vriendin en hoeft zich niet te verstoppen voor de overheid als ze hand in hand op straat willen lopen. “Ik ben dol op Frankrijk, op Toulouse en op Europa. Ik kan eindelijk zijn wie ik ben en doen en laten wat ik wil, maar ik mis Tunesië ook. Iedereen heeft in Europa veel meer kansen dan Tunesiërs in hun eigen land en dat is droevig om te zien. Heel veel jonge mensen vertrekken uit Tunesië, omdat ze veel dingen die ze daar willen doen, niet kunnen doen. Jonge mensen hebben dromen en als dat niet lukt in hun eigen land, vertrekken ze ergens anders heen om die droom te verwezenlijken en veel van die dromen kunnen wel uitkomen in Europa. Ik droom ervan om op een dag weer terug te gaan om een kleine Deena te laten opgroeien in het land waar ze is geboren. Dat ze kan zien hoe prachtig dat land is en dat haar dromen ook gewoon uit kunnen komen in Tunesië.”
Toch is het niet altijd even makkelijk om als dj met een Arabische achtergrond sets in Europa te draaien. “Alles wat ik doe als ik muziek maak wordt aangegeven als ‘Arab techno’ of ‘electronic Arab music’, terwijl ik in veel sets niet eens zoveel Arabische invloeden gebruik. Alleen omdat ik de naam Deena Abdelwahed draag en ik uit Tunesië kom, word ik al gauw aangekondigd als ‘Arab dj’. Dat wordt met westerse dj’s nauwelijks gedaan en dat is iets waar ik me aan stoor. Niet alles wat ik maak is meteen Arab music; noem het liever modern en experimenteel. Maar ik merk ook dat er in de Arabische landen een soort identiteitscrisis gaande is. Daar bedoel ik mee dat als ik iets nieuws uitprobeer in mijn muziek, het door de Arabische wereld, maar ook in zekere mate door de westerse wereld, al gauw bestempeld wordt als ‘verwesterd’, terwijl dat helemaal niet het geval is. Ik moderniseer muziek en probeer nieuwe dingen uit. Mijn muziek moet je zien als een groot laboratorium waar ik van alles uitprobeer en experimenteer met nieuwe geluiden en waar soms proefjes mislukken. Wat ik maak is modern. Niet alles wat niet de typische folkloristische sound heeft, is meteen verwesterd. Mijn doel is om die stempel weg te vagen, om nieuwe dingen te maken zonder dat het meteen ‘Arabisch’ of ‘verwesterd’ wordt genoemd en om originaliteit te vinden in de muziek die komt van de regio waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Dat klinkt in dit geval als futuristische, experimentele muziek met Arabische invloeden – en een goeie groove er in.”
Deena Abdelwahed staat zaterdag 16 februari op Uncloud in EKKO en een week later (zaterdag 23 februari) in De School.