Zes jaar oud is Wacław Zimpel als zijn muzikale carrière van de grond komt. Dan start de Poolse instrumentalist met vioollessen, maar hij verruilt het strijkinstrument voor de klarinet als hij naar de middelbare school gaat. Hij schrijft zich in op het Conservatorium om Westerse klassieke muziek te studeren. Maar door zichzelf bij te scholen in jazz- en volksmuziek van over de hele wereld, zich te laten beïnvloeden door Amerikaanse minimalisten en vooral veel te improviseren, creëert hij zijn eigen geluid. Een mix van dat alles, en zijn klarinet.
Tekst: Loulou Kuster
Foto’s: Helena Majewska
“Op de middelbare school begon ik met improviseren. Ik ontdekte de muziek van Miles Davis en John Coltrane al op jonge leeftijd en door daar veel naar te luisteren leerde ik de kunst van het improviseren kennen. Tijdens mijn studie kreeg ik een betere muzikale basis en dus ook een betere grip op het improviseren. Er zit veel saxofoon op jazzplaten, wat me enorm triggerde om op een gegeven moment op zoek te gaan naar datzelfde krachtige saxofoongeluid, maar dan op mijn klarinet. Dat is heel ingewikkeld, omdat de klarinet eigenlijk een heel fragiel instrument is. Juist daarom vond ik het zo interessant om dat toch op te zoeken – en niet simpelweg een saxofoon op te pakken.”
Tijdens zijn opleiding Westerse klassieke muziek leert Zimpel verschillende vormen van jazz nog beter kennen en breidt hij zijn kennis over de klassieke meesters verder uit. Tegelijkertijd ontwikkelt hij op eigen houtje een fascinatie voor Indiase klassieke muziek. “Mijn oom woonde een tijd in Bangalore en stuurde me vaak opnames van Indiase artiesten die Carnatische muziek maakten. Die muziek raakte me. De ritmes die ze gebruiken zijn compleet anders dan hoe ik ze gewend ben te horen en te spelen.”
“De eerste keer dat ik meespeelde met muzikanten in India, was ik volkomen de weg kwijt. Ik had geen idee wat er aan de hand was.“
“In 2011 ontmoette ik Giridhar Udupa, een Indiase meester uit Bangalore. Hij vertelde me dat er geen betere plek dan Bangalore is om meer over Indiase klassieke muziek te leren. Een paar maanden later besloot ik hem daar op te zoeken en mezelf vijf maanden onder te dompelen in de Indiase ritmes. Hier begon ik, onder andere met Giridhar Udupa, de band Saagara, waarmee ik in 2015 een album uitbracht. ‘Saagara’ betekent oceaan en met mijn Poolse, en Giridhar Udupa’s Indiase invloeden, wilden we muzikaal twee waterstromen nabootsen. Sinds die eerste ervaring in India kom ik daar bijna elk jaar terug.”

“Ik ben gaan inzien dat klassieke Indiase muziek meer is dan alleen drones, meer dan dat repetitieve, eentonige geluid dat ik altijd hoorde. Dat geluid is er gewoon; het gaat hen meer om het ritme en de spanning tussen de solist en de rest van de muzikanten dan het drone-geluid. Er ging een wereld voor me open toen ik dat allemaal doorkreeg. De structuren van de ritmes zijn zo complex en zo anders dan ik gewend ben. De eerste keer dat ik meespeelde met de muzikanten in India, was ik volkomen de weg kwijt. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Ik voelde me alsof ik weer in de kleuterklas zat, waar alles nieuw en onwennig was. Stap voor stap begon ik de nieuwe taal te leren, de taal van de Indiase muzikanten.”
“Ik was in eerste instantie heel erg op zoek naar de trance die ik hoorde bij Amerikaanse minimalisten als Terry Riley en La Monte Young, die zich heel erg door Indiase klassieke muziek hebben laten inspireren. Maar hier ging het niet om die trance alleen. Ze komen in een trance, omdat ze die complexe muziek zó goed onder de knie hebben dat ze niks anders voelen en horen dan die muziek. Ik besefte dat de trance waarin zij raken simpelweg ontstaat doordat ze verdwijnen op het podium, omdat ze zo geconcentreerd bezig zijn. En niet omdat ze heel bewust ‘trance-muziek’ maken. Dat was helemaal nieuw voor mij.”
Zelfs na zeven jaar is het voor Zimpel soms nog moeilijk om samen te spelen met Indiase muzikanten. Wat hem helpt is zijn achtergrond en interesse in jazz, de vele uren die hij heeft gespendeerd aan het internaliseren van alle regels, aan het improviseren. “Als ik een ‘gewone’ Westerse klassieke muzikant was had ik dit niet gekund, maar de jazz heeft me een zetje gegeven. Ik heb nooit een Indiase klassieke muzikant willen worden. Ik ben geen Indiër; ik ben Westers en Westers geschoold, dus ik zal nooit helemaal kunnen zijn zoals zij zijn en het gevoel voor die muziek krijgen zoals zij dat voelen. Ik wilde uiteindelijk gewoon een manier vinden om de culturen dichter bij elkaar te brengen, meer nog dan alleen verschillende culturen naast elkaar op het podium zetten.”
“Mensen verwachten bij Indiase invloeden vaak sitars, maar deze invloed zit dieper. Je hoort het niet direct, maar je voelt het wel degelijk.“
Hoewel je als leek de Indiase invloeden er niet meteen uitpikt, zijn de ritmestructuren waar Zimpel eindeloos op geoefend heeft wel degelijk terug te vinden op zijn nieuwe album Massive Oscillations. “Mensen verwachten bij Indiase invloeden vaak sitars, maar deze invloed zit dieper. Je hoort het niet direct, maar je voelt het wel degelijk. De grootste inspiratie is India geweest, maar ik wilde die invloed op een andere manier in mijn album verwerken.”

Naast India is verrassend genoeg ook Den Bosch van invloed geweest. Zimpel bracht er tijd door in de Willem Twee-studio’s. “Ik was compleet gebiologeerd door de gear die ze daar hebben staan. Het waren allemaal oude synthesizers die ik niet echt kende en omdat ik zo graag improviseer werkte dat fantastisch. Ik kon die instrumenten helemaal opnieuw uitvogelen, waardoor ik op bepaalde ideeën kwam die ik anders niet had gehad.
“De studio staat vlakbij de Sint-Janskathedraal en elke dag hoor je het klokkenspel daar dus heel goed. De oude synthesizers moest ik telkens op gehoor stemmen en daarmee is iets wonderlijks gebeurd. Ik dacht de synthesizers op de ‘goede’ schaal gestemd te hebben (A440hz), maar toen ik de volgende dag mijn klarinet over de synthesizers wilde opnemen klopte het geluid totaal niet. Uiteindelijk bleek dat ik de synthesizers op de toonsoort van het klokkenspel van de Sint Jan had afgestemd (A432hz). Dat vond ik zo’n prachtig detail dat ik het maar heb gelaten en mijn klarinet er op heb afgestemd.”
Massive Oscillations is gemixt door producer James Holden. De twee ontmoeten elkaar in 2018 tijdens het Rewire-festival in Den Haag. De interesse in elkaar was al gewekt toen Holden een paar maanden eerder Zimpel’s album Zimpel/Ziolek in zijn top 10 van favoriete albums van 2017 had gezet. Na Holdens concert raken de twee aan de praat. Het klikt zo goed dat Zimpel wordt uitgenodigd om mee te spelen tijdens liveshows van Holden’s Animal Spirits. Hoewel Holden veel meer dan Zimpel in de elektronische hoek zit, hebben de twee toch een aantal raakvlakken. “James heeft net als ik een basis in vioolspelen. Dat is iets heel kleins, maar daardoor hebben we muzikaal dezelfde denkwijze. We luisteren allebei ook veel naar spiritual jazz, zijn allebei dol op Pharoah Sanders en Alice Coltrane. En we hebben beiden een fascinatie voor trance in muziek – niet als genre, maar als concept. Dat maakte dat de samenwerking met James heel goed verliep. Zo goed dat we samen ook een plaat hebben gemaakt die in maart uitkomt. Door James ben ik ook steeds meer geïnteresseerd in het mixen. Hij is een geluidsgenie, dus het was heel interessant om met hem aan de plaat te werken. In de toekomst ga ik vast en zeker meer zelf aan de slag met het mixproces, maar voor nu ben ik James heel dankbaar voor zijn kennis op Massive Oscillations.”
Dit artikel is de laatste in een reeks artikelen in samenwerking met het festival Footprints. Wacław Zimpel speelt op zaterdag 8 februari op dit festival in TivoliVredenburg, Utrecht. Voor meer informatie, klik hier.