2020 mag dan voor muzikanten over de hele wereld een lastig jaar zijn geweest – de ambities van velen werden gedecimeerd, de hele sector werd compleet overrompeld – maar de in Rotterdam woonachtige multi-instrumentalist Leonardo Prieto haalde er zowaar twee nieuwe albums uit, die beide dit jaar uit zullen komen; zijn solodebuut én een nieuw album met zijn band Son de Aquí. Een gesprek over hoe het is om verspreid over verschillende landen een album op te nemen en Metallica, Mozart en Buena Vista Social Club in hetzelfde muzikale palet te verenigen.
Tekst: Beatriz Negreiros
Vertaling: Ruben van Dijk
Foto: Jimena Maldonado
Een paar dagen na mijn telefoongesprek met muzikant, componist en songwriter Leonard Prieto, net voor kerst, benader ik hem nog eens om een vraag te stellen die me eerder was ontgaan: hou oud is hij eigenlijk?
Tot mijn verbazing bleek hij al tweeënveertig te zijn. De vurigheid waarmee hij uitgebreid vertelde over de twee albums die hij voor 2021 had gepland, deed vermoeden dat ik een up-and-coming muzikant vol toekomstdromen aan de lijn had. Maar al gauw besefte ik dat het precies Prieto’s jongensachtige enthousiasme en eindeloze nieuwsgierigheid is, een voortdurende zoektocht naar nieuwe geluidservaringen, die hem op dit punt gebracht heeft.
Prieto werd geboren in Mexico Stad en groeide er op. Sinds 2016 woont hij Rotterdam; eerst als student, nu als leraar aan het gerenommeerde Conservatorium in de stad, maar vooral als muzikant. Op zijn vijfde begon Prieto, terwijl zijn leeftijdsgenoten nog in halve zinnen spraken, met drumles. Daarna maakte hij de overstap naar de gitaar, toen de piano en een heel scala aan andere instrumenten, waaronder kenmerkende Latijns-Amerikaanse instrumenten zoals de gaita colombiana en de marinbol. Op zijn tiende schreef Prieto zijn eerste liedjes; op zijn twintigste begon hij zijn eigen band, Son de Aquí.
Na twintig jaar is de groep toe aan zijn derde album en de eerste in ruim vijf jaar, Del Otro Lado Del Mar. Ook maakt Prieto zich met Sembrando klaar voor zijn eerste uitstapje als solo-artiest. De release van beide albums staan voor 2021 gepland; in februari die van Son de Aquí, waarvan het van hiphop doordrenkte ‘Deja El Celular’ en de zomerse cumbiatrack ‘Ella Me Encerró’ reeds als singles zijn verschenen. De release van Sembrando is nog wat onzeker; “ergens in de lente” luidt de wens van een dromerige Prieto. Op beide platen doet Prieto wat hij al meer dan een decennium doet: het oude met het nieuwe vermengen tot volksmuziek, klassieke muziek en popmuziek samen een unieke, vernieuwende smaak krijgen. In zijn eigen woorden: “Ik wil geluiden samenvoegen en te midden daarvan iets nieuws componeren.”
“Normaalgesproken zouden we samen komen en bracht ieder z’n eigen ideeën in”
Son de Aquí is een uitgesproken internationaal project, met leden die vandaag de dag verspreid zijn over Mexico, Duitsland, Spanje en Nederland, met dank aan de vele ontmoetingen die het opperhoofd in zijn leven geoogst heeft. Prieto is het dus gewend om socially distanced op te nemen, zoals zo veel artiesten dat sinds de pandemie gedwongen doen. Afstand is altijd al onderdeel geweest van Son de Aquí en zo ook deze keer: Del Otro Lado Del Mar werd in verschillende steden, landen, werelddelen opgenomen en uiteindelijk naar Mexico gestuurd voor de eindproductie. Maar zelfs al zijn de dertien leden van de groep gewend om vanachter een computerscherm te communiceren; dat er in ieder geval een páár naburige muzikanten fysiek bijeen konden komen is altijd van groot belang geweest. “Voor ik de muziek componeerde, stuurde ik het naar hen toe, kwamen we bijeen en bracht iedereen zijn eigen ideeën in,” legt Prieto uit. Maar wat hij nog het meest mist is het live spelen – en hij hoopt het zeer, zeer binnenkort weer te kunnen doen.
Dat Prieto naar het podium verlangt is niet meer dan logisch; het is precies waar Son de Aquí in Mexico Stad destijds ontstond – toen nog een veel kleiner groepje muzikanten dat simpelweg samen wilde spelen en de mensen wilde laten dansen. Ten tijde van hun eerste album, Traigo Sabor (2004), was de groep nog een stuk conventioneler; de muzikale invloeden nog zichtbaar aan de oppervlakte: in de slipstream van artiesten als Buena Vista Social Club, wiens populariteit eind jaren negentig een hernieuwde, wereldwijde interesse in traditionele Cubaanse en Latijns-Amerikaanse muziek had losgemaakt. “Op die eerste plaat,” herinnert Prieto zich, “kan je nog precies horen: ohja, dit is timba, dit is son cubano. Het was allemaal heel duidelijk.”
Volgens Prieto vond de groep pas na tien jaar samenspelen een écht eigen geluid. Of, beter gezegd, meerdere geluiden. Conventie maakte plaats voor de vele invloeden die de muzikanten voorheen buiten de deuren van de oefenruimte lieten. Opeens maakte son cubano kennis met reggae, rock en klassieke muziek. Aan de telefoon geeft Prieto een voorbeeld van hoe het er tijdens repetities aan toe kon gaan: “Als je van Metallica houdt, laten we die informatie dan gebruiken. En als je meer een Mozart-type bent, laten we dat dan ook proberen toe te passen.” Het was precies die drift, die bereidheid om traditioneel en modern op één hoop te gooien, die leidde tot De Aquí Son (2015).
Maar het zijn niet alleen muzikale ontmoetingen die het werk van Son de Aquí heeft voortgebracht. Wie Prieto hoort spreken, beseft al gauw hier niet alleen met een muzikant maar ook met een academicus te maken te hebben. En met precies diezelfde scholastische nieuwsgierigheid benadert hij ook zijn muziek. Hij behaalde Bachelor-diploma’s op muziek- en compositiegebied in Mexico, Engeland en Nederland, maar studeerde ook af als socioloog.
“Ik ben een beetje een nerd, wat dat betreft,” lacht hij, om daar op een serieuze toon aan toe te voegen: “Die studies zijn niet iets dat ik gedaan heb en daarna weer ben vergeten.” Het is inderdaad precies dat sociologiediploma dat veel van zijn werk met Son de Aquí beïnvloed heeft. Toen Prieto geobsedeerd raakte door het concept ‘identiteit’, spendeerde hij al zijn tijd aan het bestuderen van son jarocho, de regionale volksmuziek van de Mexicaanse staat Veracruz. “Ik begon in te zien hoe muziek altijd gekoppeld is aan culturele identiteit, omgeving, natuur, dieren, religie.” Sindsdien wijdt hij zijn leven aan een voortdurende zoektocht naar nieuwe manieren om muziek te maken, zij het met Son de Aquí of, zoals nu, solo.
En het is niet alleen de verscheidenheid in instrumenten, stijlen en tradities; niet-muzikale elementen zijn voor Son de Aquí minstens net zo belangrijk als melodie, harmonie en ritme, zo ontdekte Prieto in zijn studie. Dat besef werkte expliciet door in de meest recente liveshows van de groep, die in plaats van simpele concerten volledige performances waren geworden, compleet met lichteffecten, visuals en dansers. Nu de poppodia gesloten zijn, is het voor Prieto en co. des te belangrijker om die elementen in het album te verwerken. Ze zijn immers onlosmakelijk verbonden. “We zeiden tegen onszelf: als we op het podium tapdansen, dan moeten we dat ook op het album hebben; dan nemen we onze danspassen op.” Het is wat Prieto betreft de enige manier. “In cumbia, bijvoorbeeld, reageert de drummer als de dansers dansen. Die relaties tussen muziek en dans zijn op deze plaat vertegenwoordigd.”
“Ik zoek graag de technische beperkingen van muziekinstrumenten op”
Zoals gezegd is 2021 niet alleen het jaar van Son de Aquí’s eerste album in zes jaar, Del Otro Lado Del Mar, maar ook van Prieto’s eerste solo-uitstapje. De titel van het project, Sembrando, betekent zoveel als de ‘kunst van het zaaien’. Net bij de nieuwe Son de Aquí (‘Van de andere kant van de zee’) verhaalt de titel over hoe de muziek ontstaan is. En zoals met zijn eerdere projecten, blijft Prieto bruggen bouwen tussen geluiden, werelden, tijdperken, en ontdekt hij in de tussentijd iets dat geheel nieuw en van hem is.
Wat zijn favoriete genre is, zou hij onmogelijk kunnen zeggen, en ook een favoriet instrument kan Prieto onmogelijk aanwijzen. Op zijn eerste soloplaat – in drie dagen tijd opgenomen in Rotterdam, tussen twee lockdowns in – wisselt hij voortdurend tussen gitaar, piano en instrumenten die op het eerste gezicht aan een geheel andere tijd en plaats lijken toe te behoren; zoals de jarana jarocha, een snaarinstrument uit Veracruz. “Ik zoek graag de technische beperkingen op van muziekinstrumenten die normaal gesproken niet met zoveel techniek of textuur bespeeld worden.” Niet dat Prieto er naar streeft om stokoude Mexicaanse liedjes te herinterpreteren; op Sembrando staat welgeteld één cover, de rest is, hoewel het uit talloze delen van verschillende culturen en tradities bestaat, volledig van hem.
Ik was aanvankelijk verbaasd toen ik Prieto’s leeftijd hoorde en hij niet de gedreven beginner bleek te zijn die ik aan de lijn dacht te hebben. Zijn stem sprankelt als hij over zijn eerst en zijn meest recente muzikale ervaringen vertelt. Maar bij nader inzien is het precies die jeugdige nieuwsgierigheid is die Prieto op een vruchtbaar pad naar een eigen geluid heeft geleid. Al die jaren waarin hij met open oren en een open hart naar allerlei soorten muziek geluisterd heeft, komen er samen, zonder die jongensachtige passie los te laten. Die passie heeft hij op zowel Del Otro Lado Del Mar als Sembrando nogmaals hervonden.