Nadat ieder de tijd had gehad te reflecteren en eventuele solo-avonturen te ondernemen, kwam force of nature Big Thief in de zomer van 2020 weer bijeen. Wat volgde was een maandenlange reeks opnamesessies met als resultaat 45(!) volledige tracks, waarvan er nu 20 verschijnen op Dragon New Warm Mountain I Believe In You. Ruben van Dijk sprak met Buck Meek en schrijft over een band die leeft op een geheel andere aarde.
Tekst: Ruben van Dijk
De laatste keer dat ik Buck Meek sprak – over zijn tweede soloplaat Two Saviors – vertelde hij me dat hij recentelijk naar een hutje in Topanga Canyon was verhuisd, op een steenworp van de Stille Oceaan, en hoe hij enkele avonden geleden aan het surfen was toen er zich zeevonk aandiende, gevolgd door een school dolfijnen die aan zijn zijde zwom, allen opgelicht door de neon blauwe golven. Hij grinnikt als ik hem eraan herinner: “That was a good time.”
Dat was januari 2021. Nu, precies een jaar later, is Meek druk bezig met het promoten van Big Thiefs vijfde album Dragon New Warm Mountain I Believe In You, maar niet voor hij me op de hoogte heeft gebracht van zijn laatste strandavontuur. “Ik heb op een tsunami gesurfd,” vertelt hij me, nog altijd glunderend, “Er was een tsunami ontstaan door een onderzeese vulkaanuitbarsting bij Tonga, dus ben ik naar het strand gegaan en heb ik die tsunamigolf gepakt. Het was eng, maar de golven waren geweldig. Ik kon het niet laten.”
Het is onmogelijk om Dragon New Warm Mountain te bespreken zonder het te hebben over de invloed van het ‘meer-dan-menselijke’, om de door de Amerikaanse ecoloog David Abram bedachte term te gebruiken; het aardse dat op U.F.O.F. en Two Hands diende als inspiratie, maar waarmee Big Thief zich op dit album volledig heeft vermengd. Want “we zijn alleen mens in verhouding tot dat wat niet mens is,” schrijft Abram, en zo plaatst Big Thief zich niet dichtbij de natuur, maar er pal naast, op gelijke voet.
Like the leaves, like a butterfly
Het begint met ‘Change’, letterlijk. Na de vierde opnamesessie in even zoveel maanden, had Big Thief welgeteld 45 tracks gemixt en gemasterd. Om dat aantal in te korten vroeg de band hun oma’s om een selectie en een tracklist te maken. Allen stelden ze voor met ‘Change’ te beginnen – en zo geschiedde.
Meteen raakt Big Thief tot de kern van dit weidse nieuwe dubbelalbum. ‘Would you live forever, never die, while everything around passes?’ Een break-up song wordt een nummer over de dood. Niet de dood op een grimmige manier, als iets om voor altijd rouwig om te zijn, maar als iets dat onvermijdelijk is. We veranderen als de wind als de bladeren – en sterven net als hen.
Vanaf het nauwelijks te horen ‘ok’ aan het begin, is de eerlijkheid die Dragon New Warm Mountain karakteriseert op ‘Change’ merkbaar. Het is misschien wel Meeks favoriete nummer op de plaat: “Het voelt als een van de meest directe momenten die ik ooit in Adrianne’s songwriting heb gehoord. Dat nummer is luttele minuten voor we het opnamen geschreven. Er was een toren in de studio in Colorado en we hoorden haar in de toren al een tijdje door het huis echoën. Toen kwam ze in tranen naar beneden en ging ze zitten om het nummer voor ons te spelen. Dus is onze engineer snel opgesprongen om een microfoon voor haar neus te zetten en voor ze het wist had hij op de ‘record’-knop van de tape recorder gedrukt. En dát is de versie op de plaat.”
‘Change’ wordt gevolgd door ‘Time Escaping’ wordt gevolgd door ‘Spud Infinity’, die allemaal laten zien hoe weids Big Thief hier probeert te klinken – en allemaal een thema delen dat verspreid door het album blijft terugkomen. Op ‘Time Escaping’ klapt de luisteraar olijk mee met triomfantelijke uitzichtloosheid, met alles dat uiteindelijk ten onder gaat en tot ‘dust and petal, molten rock and meadow’ wordt teruggekeerd. Ook ‘Spud Infinity’ viert onze eigen onbeduidendheid met gejodel en gefiddle. We zijn maar klein, hoe je er ook naar kijkt. We onderscheiden onze soort graag van alle anderen, zoals we ook het nu graag van het verleden scheiden. Maar hoe buitengewoon en superieur we ons ook wanen, aldus Adrianne Lenker, ‘the past was not a history book, that was just some linear perception.’ We zijn er dertien in een dozijn.
“Ik denk dat het gezond is voor het creatieve proces om met je eigen sterfelijkheid geconfronteerd te worden.”
Buck Meek
Maar het is geen reden om bij de pakken neer te zitten. In tegendeel: Lenker schetst een wereld waarin vrijwel alles behalve liefde in schaarste is en waarin we, juist omdat het allemaal zal vergaan, er zoveel lief te hebben is voorbij het menselijke. Er is zoveel te delen, echoët ze op ‘The Only Place’. ‘So what if we intertwine the human race with other kinds?’
I love you is a river so high
Net als voor U.F.O.F. en Two Hands zocht Big Thief naar min-of-meer afgelegen studio’s op uiteenlopende plekken: de Appalachische bossen in upstate New York; Topanga Canyon, California; het bloedhete Tucson, Arizona; en een studio op 4000 meter hoogte in Telluride, Colorado. Al deze plekken schemeren door op Dragon New Warm Mountain. Drummer en producer James Krivchenia nam op hoe hij een bosbeekje als een drum en ijspegels als drumstokjes bespeelde. Vrachttreinen zijn te horen in de Tucson-opnames. Er zijn takes in zwemkleding opgenomen, vlak nadat de band in een ijskoud meer gezwommen had. De momenten dat de sessies onderhevig waren aan de elementen waren met name bevorderend.
Meek: “Ik denk dat er minstens twee keer een stroomuitval geweest is. In de studio van Sam Owens in New York was er een enorme storm die drie dagen lang alle stroom platlegde. Adrianne en ik hebben toen ‘Certainty’ op de veranda geschreven in de stromende regen, terwijl James en Sam een taperecorder klaarzetten in de keuken die ze gekoppeld hadden aan de sigarettenaansteker in de truck.”
“Een maand later, in Topanga, waren we drie dagen bezig geweest om alles voor de opnames gereed te maken; we waren helemaal klaar om op te nemen en toen veel de stroom uit. Het pakte uiteindelijk mooi uit. We hadden het merendeel van de liedjes nog niet gehoord, dus in plaats van ze meteen op te nemen, zijn we gewoon gaan zitten terwijl Adrianne ze voor ons speelden op een akoestische gitaar in een pikdonkere controlekamer. Er ontstond een soort zintuigelijke ontbering waarin we zonder enige afleiding konden luisteren.”
“Ik denk dat afleiding de grootste vijand is van het creatieve proces. Het is zo makkelijk om je te laten afleiden, vooral vandaag de dag. Beide stroomstoringen brachten we door op plekken zonder bereik, dus hadden we opeens geen internet, geen telefoonverbinding, geen licht. We hadden alleen kaarsen en onze gitaren, waardoor we in een soort oermodus belandde. Het was heel bemoedigend. Ik denk dat het gezond is voor het creatieve proces om met je eigen sterfelijkheid geconfronteerd te worden.”

Net als met het tsunamiverhaal, vertelt Meek met een vreemd soort bewondering over de keer dat ze bassist Max Oleartchik en Lenker’s broertje Noah bijna kwijt waren geraakt in de Rocky Mountains. “Ze gingen een lange wandeling maken maar waren voor zonsondergang nog steeds niet terug. En het was een sneeuwachtig berglandschap. Enorme valleien, poema’s; serieuze wildernis, dodelijke wildernis. Uren gingen voorbij dus hebben we een volledige search party georganiseerd. Drie uur lang liepen we rond met zaklampen, schreeuwden we door het dal. En toen vonden we ze onderaan het dal: ze hadden een kampvuurtje gemaakt en waren volledig vergeten dat we die avond nog zouden opnemen. Ze hadden de tijd van hun leven. We waren zó geschrokken, maar het heeft onze vriendschap ook nieuw leven in geblazen en ons herinnerd aan dat wat het allerbelangrijkst is. It got our blood flowing, I think.”
Free the celestial body
Het is af en toe merkwaardig, de eerlijkheid en bewondering waarmee Lenker de liefde aan het meer-dan-menselijke verklaard – en hoe ze ermee weg komt. Op ‘Promise is a Pendulum’ in het bijzonder schrijft ze over mos, vossen en slakken alsof het oude bekenden zijn, als een Sneeuwwitje die niet alleen communiceert met de kwartels, herten en eekhoorns, maar met het hele bos. ‘Been listening to the white birch and the paper she dries. I’ve been listening to the frogs joke, listening to the fire smoke.’
Misschien is de reden dat Big Thief zo goed is in dit lieflijk animisme dat Big Thief op zichzelf ook een ecosysteem lijkt te zijn. Vier organismen die zich voortdurend verhouden tot elkaar, hun fysieke omgeving en ieder ander organisme dat voorbij komt. Die verhouding rust volledig op oerinstinct, gebouwd op ontastbare verbindingen die de afgelopen zeven jaar langzaam tot stand zijn gekomen. Het functioneren van Big Thief is zelfevident. Alleen als buitenstaanders zich bij het gezelschap voegen krijgen we een inkijkje, zoals toen muzikant Mat Davidson (Twain) zich in Tucson als vijfde bandlid aandiende.
Davidson, die zijn fiddle had meegebracht en van instrumentaal belang zou zijn voor de opnames van ‘Red Moon’ en ‘Spud Infinity’, was al sinds het begin bevriend met de leden van Big Thief en speelt momenteel ook in de soloband van Buck Meek. “Het voelde in zekere zin heel natuurlijk,” vertelt Meek me, “Hij is een van onze dierbaarste broeders, op muzikaal gebied en als vriend. Maar wat er nieuw was, was dat we voor het eerst een getuige hadden. We zijn als viertal zo hecht dat we volledig onszelf kunnen zijn, in elkaar kunnen storten. Niets wordt achtergehouden. En als je dan opeens een getuige hebt, ontstaat er een natuurlijk zelfbewustzijn. Het was goed om dat filter te hebben. It kept us all on good behaviour.”
Na twee albums waarop de band de magie erkende van de eerste of tweede take, is de band op Dragon New Warm Mountain zelfverzekerd genoeg om ook de luisteraar écht als getuige mee te nemen. Het voelt bijna als inbreken: stukjes studiodialoog opvangen, de sacrale ruimte die tussen al deze nummers bestaat betreden, dingen meekrijgen die voorheen nooit op een Big Thief-album waren beland.
Het was Krivchenia’s voorstel geweest, vertelt Meek me, “om zoveel mogelijk facetten van de band vast te leggen, om alle losse eindjes, rare ideeën, grapjes, dream sequences mee te nemen. Alles vastleggen en mensen bij ons thuis ontvangen, mensen in onze ruimte toelaten en ze een perifeer idee te geven van wie wij zijn als band.” Dragon New Warm Mountain laat voor het eerst de liefde voor countrymuziek die altijd al onderdeel van Big Thief geweest is, in volle glorie zien, maar verkent ook de verdere uithoeken van de meer experimentele neigingen en de intimiteit.
“Dit album heeft ons de moed gegeven om onszelf verder te verkennen – tot in extremis. We raken nog altijd pas aan het oppervlak. Er is nog zoveel meer en dat voelt heel bemoedigend. Het voelt hoopvol. Ik denk dat we hierna een death metal-plaat willen maken, en een ambientplaat.
Live forever ‘til I die
Big Thief is een band bevrijd, een band zonder pretentie met volop inspiratie (nu ze in zeven jaar de ‘five-albums test’ gehaald hebben). Met de 25 tracks die nog over zijn na de Dragon New Warm Mountain-sessies, zou er dit jaar zomaar nog een dubbelalbum uitgebracht kunnen worden, als de band er zin in heeft.
Want Big Thief, of in ieder geval Big Thief zoals het nu bestaat, is voor mij nooit een band geweest die productief is om relevant te zijn, productief is omdat de industrie het van ze verlangt. In plaats daarvan laat Dragon New Warm Mountain een band zien die in een geheel andere dimensie leeft. Dit is een band die, in tekst en muzikale benadering, de manier waarop de mens een rangorde heeft gemaakt van de wereld om ons heen van zich afschudt. Deze band is natuur en lijkt zowel in het nu als in de eeuwigheid te bestaan. The past was just some linear perception.
Dragon New Warm Mountain I Believe In You is nu uit via 4AD en hier te koop en te beluisteren.