In de Haagse studio The Womb nam het videoteam van Front een intieme sessie op met la loye, het project waarmee Lieke Heusinkveld fijnzinnige indiefolk maakt. In solobezetting klonken ‘i only hear you in my song’ en ‘white summer’ nog behaaglijker dan op to live underwater, de eerste EP van la loye die in december van afgelopen jaar verscheen. Naast de sessie sprak Dirk Baart met Lieke Heusinkveld over de groei die la loye de afgelopen jaren doormaakte.
Tekst: Dirk Baart
“Ik vind het prachtig dat er weinig gebeurt, maar dat je toch wordt meegezogen in de gedachten van de hoofdpersoon. Je wordt echt gegrepen door het denkpatroon van iemand anders.” Lieke Heusinkveld vertelt waarom ze The Catcher in the Rye, J.D. Sallingers klassieker over de rebellerende tiener Holden Caulfield, zo’n goed boek vindt. Hoewel Heusinkveld niet overkomt als een bijzonder opstandig type, zou de beschrijving net zo goed van toepassing kunnen zijn op haar muziek. Onder de naam la loye brengt Heusinkveld sinds 2019 stemmige folkliedjes die op het eerste gehoor minimalistisch lijken, maar die daarna vaak langzaamaan en laagje voor laagje tot grootse hoogtepunten groeien.
la loye laat zich inspireren door Big Thief, Mount Eerie en Elliott Smith, maar Heusinkveld trekt ook parallellen naar de filmmuziek waaraan ze in haar jeugd verknocht raakte, soundtracks die minstens zo goed zijn als de film zelf. “Ik ben opgegroeid in een muzikaal gezin, maar de liefde voor filmmuziek kwam pas later, toen ik ging ontdekken welke films ik zelf leuk vond. Vroeger moest ik met mijn twee broers naar de videotheek – dat bestond toen nog – om dan na lange ruzies toch weer gewoon naar huis te gaan met een film die we al gezien hadden.”
Niet alleen in haar liedjes neemt Heusinkveld graag de tijd. Ook de ontwikkeling van la loye smeerde ze – deels noodgedwongen – uit over een relatief lange periode. De basis van het project legde ze tijdens haar studie aan het Conservatorium van Amsterdam, in 2017 speelde ze haar eerste shows. In de tijd schreef Heusinkveld, tot die tijd vooral actief als toetsenist in de band van iemand anders, ook de liedjes die uiteindelijk zouden eindigen op de EP to live underwater. Begin 2019 verscheen met de titeltrack het eerste liedje van la loye, de EP zelf volgde bijna drie jaar later pas. “Eigenlijk zijn de liedjes dus al heel oud. Al ik nu naar de EP luister, vind ik ook wel dat ik jong klink. Ik herken mezelf nog in de liedjes en sta achter ze, maar als ik naar de teksten luister, zeg ik tegen mezelf: ja, dat ervaarde je misschien toen zo, maar dat wordt nog wel anders. Ik zie de nummers vooral als voorwoord voor wat nog komen gaat, zoals de plaat die ik vanaf volgende week ga opnemen. De liedjes doen me nog steeds veel, dat is wel fijn om te merken. Ik heb ze zo lang geleden geschreven, maar ze brengen me nog steeds hetzelfde gevoel als toen.”
“Ik merkte de afgelopen tijd ineens hoeveel inspiratie ik haal uit ‘het leven’.”
Het achterste van haar tong laat Lieke Heusinkveld niet snel zien. Niet in haar liedjes, laat staan in een interview. Maar duidelijk is dat la loye een bijzonder persoonlijke aangelegenheid is, waar ze intensief mee bezig is. Zo intensief zelfs dat Heusinkveld de twee dagen die ze per week in een winkel werkt om rond te komen, beschrijft als haar weekend. “Dat zijn de twee dagen waarop ik niet over muziek na hoef te denken.” In januari 2020 zegde Heusinkveld haar vorige baan op om zich volledig op haar muzikantschap te richten. Ze had net op Noorderslag gespeeld en verdiende genoeg geld aan haar optredens om de huur te betalen. Met dank aan de pandemie kon la loye niet profiteren van het opgebouwde momentum. De EP ging de koelkast in en Heusinkveld begon maar vast te werken aan nieuw materiaal. “Ik wist dat niet van mezelf, maar ik merkte de afgelopen tijd ineens hoeveel inspiratie ik haal uit ‘het leven’. Dat ik toch heel veel haal uit shows spelen, van plek naar plek gaan, ineens in de kroeg belanden. Dan heb je ook iets dat je los moet laten op het moment dat je stilstaat. Nu moest ik diep graven. Je bent zo veel inspiratie aan het putten uit jezelf dat je een paar deurtjes open moet zetten om dat in je liedjes te kunnen verwerken.”
Het is dan ook niet gek dat Heusinkveld haar bandgenoten de afgelopen jaren nauwkeurig uitkoos. Zij moeten haar persoonlijke arrangementen immers tot leven wekken, en Heusinkveld is nou niet het type dat haar stem verheft of met haar vuist op tafel slaat om dat voor elkaar te krijgen. “Ik ben inderdaad best een bescheiden persoon”, geeft ze toe. “Maar als het op de muziek aankomt juist niet. Dan weet ik wat ik wil en hoe ik dat over moet brengen. Mijn bandleden zijn ook uit allemaal hele lieve en enigszins introverte personen. Daar heb ik ze een beetje op uitgekozen, moet ik zeggen.”
Iemand anders die al jaren deel uitmaakt van het bescheiden universum dat Heusinkveld rond la loye heeft opgebouwd, is Grace Maria Afonso, een kunstschilder uit de Canadese provincie Ontario. Sinds debuutsingle ‘to live underwater’ sieren Afonso’s werken de hoezen van la loye. Afonso’s schilderijen voelen intiem, maar laten de kijker niet te dichtbij komen. Ze schildert veel stillevens (zie de hoezen van singles ‘i only hear you in my song’ en ‘i’m still asleep’), waarop citroenen, spiegeleieren of kopjes thee met dikke klodders verf worden afgebeeld. Huizen schildert ze ook (bijvoorbeeld te zien op de hoezen van single ‘white summer’ en eerdergenoemde EP), het liefst van een afstandje, zodat de kijker slechts kan fantaseren over wat er binnen gaande is. “Haar schilderijen waren precies wat ik in mijn hoofd had voor de hoezen. Ik had eerst een tijdlang geprobeerd om zelf artwork te maken, want ik schilder veel. Maar ik was gewoon nooit tevreden met wat ik maakte”, vertelt Heusinkveld, die Afonso’s werk ontdekte tijdens een poging om Instagram van hersendodend platform te veranderen in een medium dat haar inspiratie oplevert. “Haar werk past goed bij het huiselijke gevoel dat ik bij mijn muziek heb. Ik vind mijn muziek perfect voor een avond zoals deze, als de wind door de bomen waait maar je zelf veilig binnen zit. Het moest ook een beetje doorschemeren in het artwork, dat einzelgänger-gevoel.”
Cinematografie: Jilles van Kleef en Stan Wiersma
Opname: Domenico Mangione en Jasper Boogaard
Mix en master: Jasper Boogaard
Locatie: The Womb