In de serie Too many birds bespreekt Ruben van Dijk ondergewaardeerde albums, oud en nieuw, die onze menselijke relatie bevragen met al dat niet-menselijk is. Wat kunnen we uit deze albums meenemen, waardoor we net iets anders naar de natuur om ons heen – en in onszelf – kunnen kijken? Deze keer: het winterse, pastorale How I Learnt To Disengage From The Pack van de Engelse folkmuzikant Ben McElroy.
Tekst: Ruben van Dijk
Het is begin maart. Eerder deze week kocht ik een boeket in de bonus. Een impulsaankoop, omdat het me deed denken aan de zomermiddagen van ooit, aan bloemen plukken in een hakhoutbos. Er zaten madeliefjes tussen, chrysanten, wilde akelei, wilgentakken en gipskruid. Maar ik deed mijn aankoop in een Albert Heijn, midden in de stad, en de aanvankelijke vreugde maakt al gauw voor schaamte plaats, schaamte voor het feit dat ik dit familiaire gevoel middels een megacorporatie in huis had gehaald. En eenmaal thuis begonnen mijn bloemen al te verwelken. Ik schrijf dit, nu drie dagen later, terwijl de boshyacinten voor mijn neus vergaan en mij voortdurend herinneren aan die gierige fout.
Toch laat ik ze nog een paar dagen staan, want des te meer mijn bloemen verwelken, des te mooier ik ze begin te vinden. Tot voor kort had ik sterven nooit als een vorm van groei gezien, maar dat is het wel degelijk. Mijn bloemen groeien niet in omvang, maar toe naar een nieuwe staat van zijn. Waarom deze dood me zo gerust stelt, terwijl buiten de lente ontluikt? Geen idee. Misschien zijn de bloemen onbewust een metafoor geworden voor de laat-kapitalistische gemakseconomie waar ik me hopeloos aan probeer te onttrekken. Misschien is het dezelfde ongrijpbare geruststelling die ik de laatste tijd ervaar als ik naar Ben McElroy’s How I Learnt To Disengage From The Pack luister.
Net als het verwelkende boeket op mijn eettafel, komt How I Learnt To Disengage From The Pack voort uit verlangen. De verbeelde plattelandstaferelen kwamen vele kilometers van het dichtstbijzijnde boslandschap tot stand in McElroy’s studio te Nottingham – in hartje winter. De field recordings die de stiltes opvullen klinken gesust: er zijn nog maar weinig herfstbladeren om te knisperen; de wind klinkt enkel in de groenblijvende bomen; en de overgebleven standvogels lijken de rust wel even te waarderen. Het geluid van een overvliegend vliegtuig (dat op ‘See More’ als drone functioneert) is het luidst klinkende omgevingsgeluid op het hele album. Ook het verkeer dat passeert overstemt de weinige zangvogels.
De afstand is groot tussen How I Learnt To Disengage From The Pack en het overvloedige leven – in seizoenen en in kilometers. Maar het gebrek aan overvloed en de stilte van het leven betekent niet dat het leven er niet is. Sterker nog, McElroy bewijst dat de dood des winter evenzeer onderdeel van het leven is. Hij zoekt en omarmt de volledige potentie van het seizoen. Ik mailde met McElroy om het wat uitgebreider over zijn album te hebben.
Er schuilt een zekere vermoeidheid in het album; een gevoel van verval. Je hoort het in je uiteenvallende preamps, je accordeon van dertig pond. Het wordt verbeeld op nummers als ‘Collecting Bone Dust’. Waar komt dergelijke melancholie voor jou vandaan?
“Ik denk dat alles op het moment een zekere onheilspellende ondertoon heeft. Een gevoel van: is dit het einde? Hebben we het verneukt? Het ineenstorten van het klimaat is al gaande en degenen die er nog iets aan kunnen doen ontkennen het ronduit of doen alsof ze veranderingen doorvoeren maar gaan ondertussen rustig door met alles waarmee we juist moeten stoppen. Namelijk onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de aanhoudende vernietiging van de natuur.”
“De uiteenvallende apparatuur was eerlijk gezegd toeval – waarschijnlijk had ik een minder krakkemikkige accordeon gehad als ik het geld ervoor had. Maar wat me heel erg aansprak was het idee dat dat verval ook een heel troostrijk iets kon zijn. Het is een natuurlijk proces dat ieder levend organisme doormaakt en dat ons uiteindelijk allemaal tot de duisternis zal doen terugkeren.”

Zijn er bepaalde field recordings op het album die er voor jou bovenuit springen?
“Niet echt, om eerlijk te zijn. Het is meer een timbreding dan dat er echt een betekenis achter zit (al staat het de luisteraar vrij die er zelf bij te bedenken). Soms voel ik gewoon dat een track ietsje meer nodig heeft (ietsje meer leven?), dus voeg ik wat field recordings toe. Het is iets dat ik de toekomst verder wil verkennen en waar ik meer betekenis aan wil geven. Met name hoe natuur zijn eigen muziek maakt. En vogelgeluiden… Ik ben dol op het geluid, maar heb over het algemeen geen idee welke vogel welk geluid maakt. Kraaien en houtduiven kan ik nog wel uit elkaar houden, maar verder bak ik er niks van.”
Hoe verhoud jij jezelf tot de natuur? Zijn er manieren waarop je dichter tot de natuur probeert te komen?
“Ik woon in een stad, wat leuk is voor de mensen die hier wonen, maar ik snak vaak naar een beetje natuur en probeer het zo vaak mogelijk op te zoeken. Een hond helpt, dus we wandelen veel. Natuur is zo belangrijk en het belang voor de mentale gezondheid wordt vaak onderbelicht, terwijl het door onderzoek steeds vaker wordt bewezen. Om simpelweg wat groen te kunnen zien en wat vogelgeluiden te kunnen horen werkt zó goed tegen stress. Er is zelfs onderzoek dat de helende effecten van aarde heeft aangetoond. Losing Eden: Why Our Minds Need the Wild van Lucy Jones is een geweldig boek met wetenschappelijke informatie over waarom het belangrijk is om natuur om ons heen te hebben.”
“Ik heb een lopend ding met mijn tienjarige zoon, waar hij op zaterdag altijd de stad in wil en ik juist de natuur wil opzoeken. De stad maakt me altijd een beetje overprikkeld – te veel geluid, te veel mensen, te veel beton, te veel smog, terwijl alle spanning op het platteland juist mijn lichaam verlaat! Je kunt makkelijker ademen, alles klinkt en oogt fijner… en er zijn minder mensen (ik ben een beetje introvert).”
“Tegenwoordig hebben kinderen, vooral in steden, zo weinig toegang tot natuur dat het voor hen juist onnatuurlijk is geworden. Wij hebben geluk dat we stadsmensen in de middenklasse zijn met een auto om te ontsnappen. Daarbij ben ik in een landelijke omgeving opgegroeid en heb ik het belang altijd ingezien. Maar voor minder welgestelde kinderen is de natuur in veel steden ver weg. Ik denk zelfs dat de meesten denken dat het niets voor hen is. Het zou geweldig zijn als die toegang tot de natuur makkelijker wordt gemaakt in achtergestelde wijken – de gevolgen voor mentale gezondheid kunnen enorm zijn. Er worden al kleine stappen gemaakt, maar ik zou het graag meer zien.”
Kan je wat meer vertellen over de setting waarin je dit album hebt opgenomen en hoe dat het geluid heeft beïnvloed?
“Wat ik altijd tegenstrijdig heb gevonden aan het maken van door de natuur geïnspireerde muziek, is dat je het het grootste deel van de tijd in een pikdonkere ruimte en achter een computerscherm doet! Het zou prachtig zijn als het zomaar uit mijn hoofd was komen bovendrijven, omringd door natuurpracht, maar dat is niet mijn werkwijze. In plaats daarvan hang ik een donker theatergordijn om me heen om weerspiegelingen te voorkomen en zit ik urenlang met DAW’s te editen.”
“Voor toekomstige projecten zou ik me daar overigens wel in willen verdiepen. Sterker nog, ik heb net een kunstsubsidie aangevraagd om de relatie tussen muziek en natuur verder te verkennen, dus fingers crossed. Daar zal het volgende project om draaien: meer tijd in de natuur en met gelijkgestemde muzikanten doorbrengen.”
How I Learnt To Disengage From The Pack is te koop via The Slow Music Movement.