In de jaren zeventig groeide Ayalew Mesfin uit tot de geestelijk vader van de Ethiopische funk. Hij werd een wereldster in eigen land, maar kreeg het na de afzetting van keizer Haile Selassie ook aan de stok met het socialistische Derg-regime. Mesfin kreeg een gevangenisstraf van drie maanden en een verbod van liefst dertien jaar om muziek te maken. In het geheim ging hij altijd door, maar uiteindelijk verkoos hij een rustig bestaan in de Verenigde Staten. Tijdens Le Guess Who? komt hij voor het eerst naar Europa, met het Amerikaanse ensemble Debo Band.
Tekst: Dirk Baart
Het is een goed gebruik geworden van Le Guess Who? om levende legendes uit te nodigen van wie iedereen tot voor kort vergeten leek dat ze daadwerkelijk nog leefden. Muzikanten die in de tweede helft van de vorige eeuw een prachtige plaat uitbrachten en daarmee een wereldster in eigen land werden. Muzikanten ook, die vaak nog zelden buiten hun eigen land hebben opgetreden omdat ze na hun doorbraak in de obscuriteit verdwenen tot hun muziek recentelijk werd herontdekt door een nieuwe generatie muziekliefhebbers. De afgelopen jaren verwelkomde Le Guess Who? onder meer de Turkse zangeres Selda Bagcan, de Amerikaanse new age-pionier Beverly Glenn-Copeland en de Braziliaanse sambakoningin Elza Soares.
Dit jaar debuteert Ayalew Mesfin op Nederlandse bodem. De bijna 80-jarige Ethiopiër kende zijn hoogtijdagen in de jaren zeventig, toen hij de autoriteit vormde op het gebied van Ethiopische funk. Mesfin liet traditionele Ethiopische instrumenten als de washint, de krar en de kebero grotendeels links liggen: hij gaf de voorkeur aan elektrische gitaren, drumkits en effectpedalen. Mesfin scoorde soulvolle hits waar James Brown jaloers op was geweest, maar hij beheerste ook de balladevorm tezeta en gaf een psychedelische draai aan Ethiopische folk.
Mesfin ontwikkelde zich min of meer gelijktijdig met landgenoten als jazzicoon Mulatu Astatke, Mahmoud Ahmed en Getatchew Mekuria, de saxofonist die samenwerkte met The Ex. Zij braken internationaal door toen hun muziek in 1996 uitgebracht werd als onderdeel van Éthiopiques, een omvangrijke compilatiereeks waarop de Franse musicoloog Ethiopische muziek uit de jaren zestig en zeventig verzamelde. Ayalew Mesfin, wiens muziek in 2000 voor het eerst via Éthiopiques verscheen, bleef nog tot 2009 onder de wereldwijde radar. Toen werd zijn muziek ontdekt door het Californische label Stones Throw Records, dat vooral bekend staat om zijn releases van de invloedrijke rapper en producer Madlib maar dat ook muziek van J Dilla, Sudan Archives en Nederlander Benny Sings uitbracht.
In 2009 samplede Madlibs broer Oh No Mesfins ‘Libe Menta Hone’ in ‘The Funk’ van zijn album Dr. No’s Ethiopium. Het zette Stones Throw-baas Eothen Alapatt, een fervent verzamelaar van Ethiopische singles, ertoe aan naar Mesfin op zoek te gaan.
Zijn zoektocht loopt via saxofonist Danny Mekonnen, leider van Debo Band, het in Boston gevestigde collectief dat met name Ethiopische muziek speelt en dat Mesfin zal vergezellen tijdens Le Guess Who?. Mekonnen groeide als kind van Ethiopische ouders op in Texas en maakte zodoende al in zijn jeugd kennis met de muziek van Ayalew Mesfin. “Hij was net wat jonger dan Mulatu Astatke en Getatchew Mekuria en gaf een moderne twist aan Ethiopische muziek”, vertelt Mekonnen. “Mijn oren zijn weliswaar beïnvloed door mijn Ethiopische roots, maar ze hebben zich in de Verenigde Staten ontwikkeld. Daarom voelde ik me al snel aangetrokken tot Ayalews muziek.”
Mesfin is dan ook een van de eerste muzikanten die de leden van Debo Band ‘bestuderen’ in de begindagen van het ensemble. De groep covert zelfs een van zijn nummers, ‘Gedawo’ (‘De held’). “We hadden nog niet per se een plan, maar kwamen gewoon geregeld bij elkaar met een man of vijftien om Ethiopisch te eten en Ethiopische muziek te luisteren. Veel bands die nu zogeheten ‘wereldmuziek’ maken of muziek van vroeger opnieuw onder de aandacht brengen, zijn gevormd door platenmaatschappijen, producers of boekers. Ze maken snel een album zodat ze op basis daarvan geboekt kunnen worden door zalen of festivals. Bij ons ging dat anders: het heeft bijna vijf jaar geduurd voor we een album maakten en echt op tour gingen. Daarvoor speelden we vooral op feestjes in de Ethiopische gemeenschap van Boston.”
In die gemeenschap leert Mekonnen de zoon van Ayalew Mesfin kennen. Hij blijkt een collega van Bruck Tesfaye, de zanger van Debo Band. Samen trekken ze als fotografen door het hele land om Ethiopische bruiloften vast te leggen. Mekonnen en Mesfin junior raken bevriend, maar Mekonnen leert Ayalew zelf in eerste instantie nog niet kennen. Dat gebeurt pas als Mekonnen jaren later een belletje krijgt van Stones Throw’s Eothen Alapatt. Hij wil niet alleen de door Oh No gebruikte sample laten goedkeuren, maar ook een compilatie van Mesfins muziek uitbrengen op zijn reissue-label Now Again. “Ik heb hem toen het nummer van Ayalews vrouw gegeven”, vertelt Mekonnen. “Zelf spreekt hij niet zo goed Engels.”
De compilatie verschijnt uiteindelijk begin 2018, onder de naam Hasabe (My Worries). “Na de release wilde men een korte tour organiseren en werden wij gevraagd als backing band”, legt Mekonnen uit. “Daar is uiteindelijk het optreden op Le Guess Who? uit voortgevloeid.” Mekonnen spreekt vol bewondering over Mesfin en de manier waarop hij voor zichzelf zorgt. “Hij is nog heel actief en jong van geest. Hij drinkt niet, gebruikt geen drugs. En zijn stem is nog zo soepel dat we de toonsoort waarin zijn muziek oorspronkelijk geschreven is maar zelden bij hoeven te stellen. Het bijzonderste vind ik misschien wel zijn nederigheid. Hij is niets vergeten, maar loopt niet de hele tijd verhalen te vertellen over vroeger.”
Vroeger, dat is de tijd dat Ayalew Mesfin nog in Ethiopië woonde. Al sinds 1998 huist de zanger in de Verenigde Staten. In eerste instantie emigreerde hij naar Minnesota, daarna verhuisde hij naar de westkust en uiteindelijk eindigde hij in Denver, Colorado. Daar leeft Mesfin een rustig leven. Optreden doet hij er niet veel, mede omdat Denver geen grote Ethiopische gemeenschap heeft. Daarvoor zou hij naar steden als Washington D.C., New York of Seattle. “Ik denk dat zijn tijd in de Verenigde Staten Ayalew in staat heeft gesteld om te herstellen van zijn leven in Ethiopië”, zegt Mekonnen.
Mesfins tijd in zijn thuisland bevatte namelijk niet alleen grote hoogtepunten, maar ook diepe dalen. De zanger zag het levenslicht in de jaren veertig, in de Noord-Ethiopische stad Weldiya. Tegen de wil van zijn vader in verhuisde Mesfin al op elfjarige leeftijd naar hoofdstad Addis Abeba om zijn grote droom na te streven: als muzikant volgen in de voetsporen van mensen als Tilahun Gessesse en Tamrat Molla, iconen die hij op de radio had gehoord.
In Addis Abeba ligt het sterrendom niet voor het oprapen. Mesfin werkt er in chique hotels, als portier bijvoorbeeld. Later laat hij zijn muzikale carrière zelfs helemaal voor wat hij is en sluit hij zich aan bij de republikeinse garde van keizer Haile Selassie, die in Ethiopië werd vereerd als een Messias en die geroemd werd om de modernisering die hij het land bracht. Tegelijkertijd werd de keizer bekritiseerd door mensenrechtenorganisaties, onder meer vanwege de vervolging van de islamitische Harari’s die plaatsvond onder zijn bewind.
Mesfins militaire carrière zal niet lang duren. Na een ontmoeting met Gétatchèw Kassa, nog zo’n icoon, verlaat hij de garde en sluit hij zich aan bij Kassa’s Soul Ekos Band. Later opent hij een eigen podium, The Stereo Club, en een eigen muziekwinkel. Daar verkoopt hij opnameapparatuur die hij uit Duitsland importeert, fraaie geluidssystemen en allerhande instrumenten. En platen natuurlijk, van Mahmoud Ahmed, de Sudanese zanger Sayed Khalifa en de Nigeriaanse afrobeatlegende Fela Kuti, maar ook van Jimi Hendrix, Aretha Franklin en James Brown.


Uiteindelijk richt Mesfin met Tamiru Ayele, Tamiru Wolde A’b, Teshome Deneke, Tamirat Ziltini, Tekle Tesfaezgi en de Italiaanse muzikant Giovanni Vincenzo de Black Lion Band op. Als frontman van de formatie ontpopt Mesfin zich tot een rasentertainer. Al snel speelt de Black Lion Band overal in het land uitverkochte shows. Het collectief wordt daarmee een van de belangrijkste exponenten van de periode die nog altijd wordt beschouwd als de gouden periode van de Ethiopische muziek.
In 1974, een jaar na de oprichting van de Black Lion Band, komt die periode tot een abrupt eind. Nadat hij meer dan veertig jaar over het land heeft geregeerd wordt Haile Selassie tijdens een hongersnood afgezet door de Derg, een socialistische militaire junta. Een jaar later wordt de voormalig keizer op 83-jarige leeftijd door wurging om het leven gebracht. Al snel krijgt de Derg echter te maken met opstanden: de burgeroorlog die ontbrandt zal vijftien jaar duren en honderdduizenden mensen het leven kosten. Een hongersnood maakt in die periode nog eens een miljoen slachtoffers.
Ayalew Mesfin is in eerste instantie voorstander van de revolutie die de Derg heeft ontketend. Hij is ervan overtuigd dat er iets moet veranderen in het land. Maar als de touwtjes na interne worstelingen in handen komen van dictator Mengistu Haile Mariam, keert Mesfin de Derg de rug toe. Aan emigreren denkt hij nog niet: in plaats daarvan sluit hij zich aan bij het verzet. Hij neemt niet de wapens op, maar uit in ‘liefdesliedjes’ als ‘Libe Menta Hone’ (‘Mijn verdeelde hart’) en ‘Ewedish Nebere’ (‘Ik had je lief’) zijn kritiek op Mariam, die intellectuelen en politieke tegenstanders op grote schaal laat executeren. De Black Lion Band is productiever dan ooit.
In 1977 wordt Mesfin het zwijgen opgelegd, nadat hij door een van zijn beste vrienden is verraden. De zanger heeft vierduizend cassettes met verzetspropaganda gratis uitgedeeld en krijgt een gevangenisstraf van drie maanden, al wordt hem nooit verteld hoe lang hij precies vast zal zitten. Bovendien worden zijn studio, instrumenten en Mercedes ingenomen en wordt hij veroordeeld tot dertien jaar huisarrest. Hij mag in geen enkele concertzaal of platenzaak komen en zijn muziek mag niet meer op de radio worden gedraaid. “Het had veel erger kunnen zijn”, weet Danny Mekonnen. “Veel mensen zijn gewoon vermoord. Hij is ook regelmatig mishandeld in de gevangenis, maar dat heeft gelukkig geen blijvende schade opgeleverd.”
Niet dat Mesfins huisarrest het gewenste resultaat heeft, overigens. In een geheime studio blijft hij het werk van activistische artiesten opnemen. En als het regime van de Derg in 1991 valt, neemt Mesfin geen blad voor de mond als het bewind van het nieuwe Ethiopisch Volksrevolutionair Democratisch Front (EVDF) hem niet bevalt. Hij maakt het album Peace for Ethiopia en gaat terug het podium op voor een uniek concert in de Ethiopische stad Adama (ook bekend als Nazareth). Daar komt Mesfin op een haar na om het leven door een stroomschok van zijn microfoon. Hij ziet het als een teken van het EVDF, dat tot op de dag van vandaag aan de macht is in Ethiopië. Met pijn in het hart vertrekt Ayalew Mesfin naar de Verenigde Staten.
Daar geniet hij – zoals gezegd – van een vrij onbewogen oude dag, al zal de show die Mesfin op Le Guess Who? speelt met Debo Band daar wellicht verandering in brengen. Danny Mekonnen hoopt namelijk dat men het concert niet zal beschouwen als een kunstje, een eenmalig spektakelstuk dat vooral leuk is omdat ‘wereldmuziek’ nou eenmaal in de mode is. “Ik kan me best voorstellen dat het als een soort spektakel voelt als je nog nooit zoiets gezien hebt, als je gewend bent aan westerse bands of dj’s. Maar bedenk je dat je die acts vaak zo liefhebt omdat je ze hebt kunnen volgen en omdat je zoveel kansen hebt gehad om ze aan het werk te zien. ‘Eerst klonken ze zo, maar nu hebben ze dit album en is er van alles veranderd.’ Een uur met Mesfin is echt slechts een momentopname, want hij heeft genoeg muziek gemaakt om vijfhonderd cassettes mee te vullen.”
En binnen afzienbare tijd wordt Mesfins oeuvre wellicht nóg verder uitgebreid. Naar verluidt is de zanger na de release van ‘zijn’ compilatie begonnen aan een nieuw album. En zoals het een eeuwig revolutionair betaamt zou Mesfin ook daarop maatschappijkritiek niet schuwen. “Ik ga in de aanval op Abiy Ahmed, de minister-president van Ethiopië”, zegt hij in dit recente artikel van Pan African Music. “En op alle Afrikaanse leiders die van hun eigen volk stelen om zichzelf te verrijken.” Het moge duidelijk zijn: de missie van Ayalew Mesfin is nooit voltooid, maar vooral nooit veranderd. Decennia na zijn doorbraak komt zijn inspiratiebron nog altijd overeen met de titel van de vorig jaar verschenen compilatie: Hasabe. My worries.
Ayalew Mesfin & Debo Band spelen op vrijdag 8 november om 22.30 in de Ronda van TivoliVredenburg, Utrecht tijdens Le Guess Who?.