Ze was nog zo groen, toen in 2017 haar solodebuut Stranger in the Alps verscheen. De jaren die volgden leverden Phoebe Bridgers een hoop successen, samenwerkingen met idolen en nieuwe beste vrienden op. Al die ervaringen en ontmoetingen geven haar de inspiratie voor tweede album Punisher – evenals een boek met korte verhalen waar zombies en geesten kunnen opduiken als het de normaalste zaak van de wereld is.
Tekst: Loulou Kuster
Illustraties: Frann de Bruin
Het is begin april, zowel in de VS als in Nederland is een vorm van lockdown van kracht; de wereld leeft in angst en onzekerheid. We spreken Phoebe Bridgers, die op het punt staat om haar tweede album uit te brengen. Ze is onrustig, wenst dat ze ergens in Europa op “the shittiest tour ever” was – alles liever dan thuis zitten terwijl ze Punisher, haar tweede soloalbum, uitbrengt. “Het is gek om nu muziek uit te brengen, maar ik heb het gevoel dat ik het wel nu moet doen. Ik luister nu weer heel veel naar Elliott Smith om tot rust te komen. Het geeft me hoop en ik hoop dat mensen zoiets ook bij Punisher gaan hebben. Het kan heel rustgevend zijn om naar hele droevige muziek te luisteren. Mij helpt het in ieder geval.”
Bridgers groeit op in Pasadena, een voorstad van Los Angeles. De liefde voor muziek wordt haar met de paplepel ingegoten: het huis van de familie Bridgers is gevuld met platen van Joni Mitchell, Hank Williams, The Pretenders en Neil Young. Hoewel ze over het algemeen veel liefdevolle herinneringen aan haar kindertijd bewaart, is die niet altijd even makkelijk. Haar vader, een alcoholist, maakt zich jarenlang schuldig aan huiselijk geweld.
Bridgers vindt een uitweg in muziek. Haar moeder stuurt haar naar pianoles, al zit ze daar niet bepaald op te wachten. “Ik haat het om iets te doen wat een verplichting is; noten lezen vond ik afschuwelijk en ik had helemaal geen zin in pianolessen. Ik leerde mezelf gitaar spelen, eigenlijk als een vorm van rebellie tegen mijn moeder, zo van: jij gaat niet voor mij bepalen wat ik doe.” Uiteindelijk gaat Bridgers’ moeder mee in de rebellie, rijdt ze haar naar alle muzieklessen en optredens, en gaat ze zelfs met haar dochter en haar vriendinnen naar punkconcerten.
“Ik zou een enorme punisher zijn voor Elliott Smith. Ik zou niet stoppen met praten; ik zou dingen zeggen die ik niet zou moeten zeggen. Ik weet alles.”
Op haar dertiende leert Bridgers de muziek van Elliott Smith kennen, die nog altijd een onuitputtelijke bron van inspiratie voor haar is. De titeltrack van Punisher bijvoorbeeld, gaat over hoe fans soms het gevoel hebben een artiest waar ze fan van zijn denken te kennen. Op z’n Bridgers’ zitten er slimme, kleine referenties naar Smith door het hele nummer geweven. ‘And walk right by / the house you lived with Snow White’ is bijvoorbeeld een directe link naar de hut waar ooit Elliott Smith woonde, een imitatie van het huis van Sneeuwwitje. “Man, ik zou een enorme punisher zijn voor Elliott Smith. Ik zou niet stoppen met praten; ik zou dingen zeggen die ik niet zou moeten zeggen. Want het is raar dat ik die dingen weet, de kleinste details. Ik weet alles. Ik had het ook toen ik vijf jaar geleden voor het eerst met Conor Oberst aan de praat raakte. Ik durfde eigenlijk nauwelijks iets te zeggen, omdat ik dacht dat ik die punisher van een fan zou zijn.”

In haar pubertijd ontpopt Bridgers zich tot een klassieke punker, haar haar kort en roze. Later, in 2012, wordt ze basgitarist in de punkband Sloppy Jane, met als frontvrouw een van haar beste vriendinnen, Haley Dahl. Sloppy Jane was ruig. Zo was het niet ongewoon dat Dahl op het podium haar kleren uitscheurde of zich in het publiek stortte. Een rol in twee Apple-reclames en eentje van Taco Bell (die op zoek waren naar een ‘edgy silverlaker’) leveren uiteindelijk het geld op waarmee Brigders de opnames van haar solodebuut kan bekostigen.
Dat album wordt Stranger in the Alps, geproduceerd door dezelfde mensen met wie Bridgers ook aan Punisher werkte: Tony Berg en Ethan Gruska. “Tijdens het maken van Stranger in the Alps was ik veel groener dan ik nu ben. Drie jaar geleden was het gewoon heel spannend. Ik had heel veel lol met Ethan en Tony, maar het was ook nog een beetje aftasten. Punisher heb ik opgenomen met mijn beste vrienden, want dat zijn ze in die drie jaar geworden. We waren allemaal minder gespannen dan bij mijn eerste album, konden alles zeggen en vrij ideeën spuien. Ik spreek Ethan en Tony ook nu, in quarantaine, bijna elke dag. Ik zou niet weten wat ik nu zonder hun grapjes zou moeten.”
“Zo wil ik mijn nummers schrijven: dat er in het midden van een nummer iets heel vreemds kan gebeuren, maar dat het daarna gewoon weer normaal wordt, alsof er niets is gebeurd.”
In de jaren die na Stranger in the Alps volgen zit Bridgers niet stil. Ze speelt onder andere in het voorprogramma van Julien Baker. Het klikt goed tussen de twee; allebei even oud en aan het begin van een muzikale carrière; beide zingen over persoonlijke en pijnlijke momenten, verpakt in mooie, vaak ingetogen liedjes. Baker koppelt haar aan Lucy Dacus en met zijn drieën starten ze een groepschat waarin ze muzikale ideeën delen; een groep waaruit niet alleen een hechte vriendschap, maar ook supergroep boygenius voortkomt. Via deze weg beginnen ze nummers te schrijven en pas na het schrijven komen ze fysiek bij elkaar. De drie zijn open naar elkaar toe, op verschillende vlakken. “Aan het begin van ons gezamenlijke schrijfwerk hadden we er allemaal een handje van om ons werk op negatieve wijze aan de ander over te dragen. Dan had ik bijvoorbeeld iets geschreven en stuurde ik het in de chat en zei ik erbij: ‘Het is niet super goed, maar dit is het.’ Terwijl ik het eigenlijk een fucking goed nummer vond. En dat hadden we allemaal. Later zijn we het ook gewoon gaan uitspreken, dat we wat we gemaakt hadden goed vonden en dat het bullshit is om je eigen werk te downgraden. En nog steeds zijn we heel eerlijk naar elkaar toe, als het met mij slecht gaat dan praat ik daar met ze over en andersom ook.”
“Sowieso is onze generatie open over onze mentale gezondheid. Dat vind ik iets heel goeds. Het is best wel een millennial-ding om de meest duistere gedachten te delen en ik denk dat dat heel veel helpt bij het bewust worden van wat we voelen en denken. We zijn therapie hierdoor bijvoorbeeld aan het normaliseren in de samenleving, in plaats van al die donkere gedachten af te keuren en te onderdrukken. En dat geldt ook voor melancholische of droevige muziek, dat helpt je realiseren dat je er niet alleen voor staat en dat anderen dezelfde dingen doormaken.”

In de zomer van 2016 ontmoet Bridgers Bright Eyes-frontman Conor Oberst tijdens een concert in L.A.. Bridgers – opgegroeid met Fevers and Mirrors en I’m Wide Awake, It’s Morning – is starstruck, doodsbang dat ze, als ze eenmaal begint, niet meer kan stoppen met praten. Maar het botert goed tussen de twee. “The old friend you didn’t know you had,” noemt Oberst haar. Hij zingt het nummer ‘Would You Rather’ mee op Bridgers’ debuutplaat; zij doet op haar beurt mee op Obersts ‘LAX’. Ze vinden zielsverwanten in elkaar en in het geheim maken de twee een album onder de naam Better Oblivion Community Center. Het wordt een plaat met mooie liedjes en scherpe, soms actuele teksten.
Met kleine subtiliteiten naar iets groots en belangrijks verwijzen zonder dat de luisteraar het meteen door heeft; het is een soort magisch realisme dat Bridgers ook op Punisher weer toepast. “Tijdens het schrijven van ‘Garden Song’ was ik Her Body and Other Parties van Carmen Maria Machado aan het lezen. Het is een boek met een aantal korte verhalen, die heel realistisch zijn geschreven. Maar soms kan er iets heel vreemds gebeuren zonder dat daar echt een punt van wordt gemaakt in het verhaal. In een hoofdstuk zweeft er bijvoorbeeld een geest door haar kamer, zonder dat het iets aan het plot verandert. Zo wil ik ook mijn nummers schrijven: dat er in het midden van een nummer iets heel vreemds kan gebeuren, maar dat het daarna gewoon weer normaal wordt, alsof er niets is gebeurd.”
‘Kyoto’, dat ‘Garden Song’ op de plaat opvolgt, is juist verre van magisch en vooral heel realistisch – over het alcoholisme van haar vader, en de struggle van het touren als je eigenlijk helemaal niet lekker in je vel zit. “Ik hou ervan om op tour te zijn. Oh man, ik zou er nu een moord voor doen. Maar als je depressief bent, is touren heel moeilijk. Je leeft uit je koffer en alle kleine ongemakken kunnen heel zwaar aanvoelen. Dan wil ik eigenlijk gewoon weer naar huis. ‘Kyoto’ gaat over de eerste keer dat ik naar Japan ging om mijn muziek daar te spelen. Ik wilde altijd al een keer naar Japan, maar toen ik daar was voelde ik me alleen maar slecht en niet op mijn plek. Het dwong me om na te denken over wie ik nou echt ben en waar ik vandaan kom.”
Liefdesliedjes ontbreken niet op Punisher. Bridgers heeft de gave om rake liefdesliedjes te schrijven die niet over specifieke mensen gaan, maar over hoe die liefde iemands leven beïnvloedt. ‘Halloween’ bijvoorbeeld, waarin ze beschrijft hoe mensen met maskers de straat op gaan; verkleed kunnen ze alles zijn wat ze zouden willen zijn. “‘Halloween’ gaat over een relatie die op is. Het is over, en dat voelen ze, maar beide mensen in de relatie zijn te bang om er iets aan te veranderen. Je kan dan op deze manier doorgaan. Dat is veilig, want dan blijft alles hetzelfde, maar ook behoorlijk saai.” Óf je zet er een punt achter en gooit alles over een andere boeg, hoe zeer het je hart ook kan breken. ‘Baby, it’s Halloween / We can be anything / Come on, man / We can be anything.’
Nu is het 2020. De coronacrisis zet de wereld op zijn kop – alsof er een soort apocalyps gaande is, zoals in ‘I Know the End’, de afsluiter van het album. Hoewel dat nummer losjes gebaseerd is op een zombie-apocalyps die plaatsvindt in het boek van de al eerder genoemde Carmen Maria Machado, is het gevoel wat dit nummer overbrengt ook niet misplaatst tijdens de huidige crisis. “‘I Know the End’ gaat over vluchten: de stad ontvluchten tijdens zo’n zombie-apocalypse, een tornado of zoals nu, vluchten voor iedereen die ziek wordt. Ik had de rit over de snelweg van L.A. naar San Francisco in m’n hoofd, zeker aan het einde van het nummer, als de muziek steeds heftiger wordt. Het is een acht uur durende autorit, waar je eigenlijk alleen maar rechtdoor rijdt en gas geeft. Ik heb die route vaak gereden in mijn leven, dus ik kan me goed voorstellen hoe ik daar rijd tijdens een apocalyps, razend langs alle borden schiet, op weg naar een plek waar het beter is.”
Punisher verschijnt komende vrijdag 19 juni bij Dead Oceans en is hier te bestellen.