Luisteren naar Spellling is als kijken naar een fabelachtig toneelstuk vol occulte verwijzingen. Paarsblauwe timbres, uiteenlopende stemvervormingen, plotse gedaanteverwisselingen en dierlijke symboliek botten uit het alter ego van de uit Oakland afkomstige Crystia (roepnaam Tia) Cabral, die haar solitaire synthesizer-benadering voor haar derde album The Turning Wheel verruilde voor een 31-koppig orkest, met daarin een hoofdrol voor haarzelf als drijvende as en componist. Front spreekt Spellling, al dagenlang afgepeigerd door het hele orkestratie- en promotieproces, via een videoverbinding tussen Nederland en de VS.
Tekst: Dave Coenen
Foto: Adora Wilson
Akte I: Scheppingsbronnen en thesis tracks
Als Cabral opneemt vanaf haar zonovergoten zolder in de oostelijke regionen van de San Francisco Bay Area, zijn de talrijke hangplanten en een stapel antieke televisies op de achtergrond de eerste objecten die opvallen. Haar inrichting misstaat niet bij de manier waarop de catalogus van haar label Sacred Bones is gerangschikt: Spelllings albums bevinden zich tussen cultklassiekers als Mort Garsons Plantasia en de soundtracks van David Lynch. De rode draad in al het werk dat het label uitbrengt? Een oorsprong in het mystieke of een bijzondere neiging naar het boven- of benedenaardse.
Zo is de muziek van Spellling vrijwel altijd gegrond in een zoektocht naar een goddelijke bron, een bovennatuurlijke creatiekern van al wat menselijk is. Na Pantheon of Me (2017) en Mazy Fly (2019), twee albums vol uitgestrekte theatrale intro’s, spookhuissynthesizers en een clash van new wave en elektronica, wordt derde langspeler The Turning Wheel aangekondigd als haar grande spectacle: “een album over menselijke eenheid, goddelijke liefde en de enigmatische ups en downs die gepaard gaan met deel uitmaken van de kermis des levens.” Op papier is Spellling III al een muzikaal gebaar van epische proporties.
Daar is in geluidsgolven ook geen woord van gelogen, blijkt tijdens de eerste tonen van ‘Little Deer’, single nummer één van het album annex zelfbenoemde thesis track. Een dreigende piano start in, strijkers zwellen intussen verwachtingsvol aan op de achtergrond; alsof de rode toneelgordijnen langzaam openen en er vanuit de coulissen een feeëriek bosdecor binnenrolt. Net als je de woudachtige omgeving in je hebt opgenomen tijdens het royale intro, valt na een ijzingwekkend hoge koorpartij de even angstaanjagend opdringerige als lieflijk aangezette kopstem van Cabral in. Doordat Spellling het titelkarakter zelf tegelijkertijd toezingt én belichaamt, waan je je als luisteraar zowel toeschouwer van het toneel als in het hoofd van de artiest. Een succesvolle transitie van inspiratiebron – The Wounded Deer, oftewel The Little Deer (1946), van Frida Kahlo – naar nieuw kunstwerk.
“‘Little Deer’ viel zo’n beetje vanzelf op z’n plek. Het nummer ontstond vanuit mijn onderbewustzijn, bleek achteraf. Ik schreef de melodie, en tijdens een wandeling vlak erna neuriede ik ‘m hardop zodat ik er woorden bij kon bedenken. Toen kwamen al snel de woorden “little deer” naar boven. Ik ga dan meteen opzoeken waar zoiets vandaan komt, waar ik die woorden moet hebben opgepikt. Plots herinnerde ik me een schilderij van Frida Kahlo. De titel was me even ontschoten, maar het beeld van het hert was heel duidelijk blijven hangen. Ik ben toen helemaal in dat kunstwerk gedoken.”

Op The Wounded Deer zie je Kahlo’s hoofd op het lichaam van een hert dat net geraakt is door negen pijlen – volgens Cabral “het cijfer van crisis”. Niet geheel ontoevallig zijn er ook negen bomen op de achtergrond te tellen. Kahlo’s hoofd is herkenbaar en op de voorgrond afgebeeld – niet om een samenstelling van mens en dier te symboliseren, maar zodat het duidelijk is dat zij het hert, haar spirit animal, daadwerkelijk ís. In haar onderzoek wordt Cabral ook haast één met het schilderij: ze schrijft de rest van de tekst vanuit haar interpretatie van Kahlo’s kunstwerk.
“Het is maar een klein ding, maar dit schilderij maakt zó veel indruk op me. Er zit namelijk zo veel intentie in de symboliek, de numerologie en de details. Dat probeer ik ook in mijn eigen werk te stoppen. The Wounded Deer is een zoektocht naar identiteit, een exploratie van concepten als pijn, lot en karma. Ik haalde het idee van de dood als het onvermijdelijke eruit, maar wilde in mijn eigen nummer benadrukken dat het gaat om hoe je de dood benadert, dat de dood het leven extra betekenis kan geven en niet per se iets verschrikkelijk treurigs is. Frida omarmde de dood niet enkel als tragiek; door zichzelf als stervende af te beelden gaf ze het leed in haar leven een plek. Er zitten grote existentiële vragen in haar werk verborgen die ik zelf ook wil aansnijden met mijn muziek. Ik heb geen grootse antwoorden of oplossingen te bieden, maar ik haal de vragen naar de voorgrond op mijn eigen manier.”
Maar zo diep als je in de existentiële thematiek kan duiken, zo luchtig klinkt het oppervlak van ‘Little Deer’. Ondanks de duistere onderlaag neigt het einde van het nummer, door de toevoeging van opgetogen blazerspartijen en conga’s, een beetje naar downtempo disco of latin. “Veel mensen reageerden op ‘Little Deer’ met: ‘O, dit nummer brengt de lente in Bay Area naar mijn huiskamer’, of: ‘Wat een dansbaar nummer, hierop doe ik een grote schoonmaak en geef ik mijn planten water!’, terwijl ik dan denk: ‘Ja fantastisch, het gaat over de dood.’ Haha!”
Akte II: Dierlijke symboliek en nieuwe klanken
Aangeschoten wild blijkt niet de enige vertegenwoordiging van het dierenrijk op The Turning Wheel: een track als ‘Emperor with an Egg’ barst van de beestachtige symboliek door een expliciete vermelding van een zeeluipaard – totem van bewustzijn, dromen, vindingrijkheid en creativiteit. “Fijn dat je al een paar dieren eruit hebt geplukt! Ik heb wel wat nadruk op de symboliek van dieren in dromen en kunst gelegd en ze verspreid over het album een plek gegeven. Het werk van scifi-schrijver Ursula Le Guin, en dan met name de korte verhalen waarin ze zichzelf belichaamt als verschillende dieren in totaal andere werelden, heeft me behoorlijk geïnspireerd. Bij Le Guin weet je vaak totaal niet wat er gaande is totdat je verderop in het verhaal geraakt en het verhaal al een beetje op gang is. Daar hou ik wel van. Die korte verhalen leggen de overeenkomsten tussen soorten bloot, dat leven op deze planeet een alomvattende ervaring is voor alle organismen.”

Zoals op veel tracks op The Turning Wheel vervormt Spellling haar stem in dienst van het desbetreffende lied. Zo kan ze laag, duister en dreigend klinken op het ene nummer, maar hoog, breekbaar en speels op het andere. Een onbewuste connectie tussen de albums die Michael Jackson als kind maakte en het geschoten hert dat zijn symboliek van onschuld al snel verliest blijkt een extra laag in de fundering van Cabrals nieuwste album. “Ik luisterde naar ‘I Wanna Be Where You Are’, en het klinkt zo puur. Michaels stem fonkelt in kinderlijke onschuld. Hoe die vocalen over die romantische instrumentatie dansen… fantastisch. Naar dat voorbeeld heb ik ‘Little Deer’ en enkele andere nummers op The Turning Wheel ook gemodelleerd. Ik werk veel met kinderen buiten mijn artiestenbestaan, en ik word geïnspireerd door hoe zij met dingen omgaan en door hoe zij de wereld zien. Ik probeer me vaak in dat kinderlijke perspectief te plaatsen als ik songs schrijf.”
Dat Spellling ook in haar live-optredens niet ver weg blijft van visuele kunst, was onlangs te zien op haar Instagram: daar verscheen een korte performance van drie nieuwe nummers in het Berkeley Art Museum. De experimentele opstelling op alle vlakken doet denken aan Grimes in haar Geidi Primes-dagen: Cabral zit omringd door planten en kunst op een kleed recht voor een kristallen bol, een aantal effectpedalen en haar Sequential Circuits Six Trak-synthesizer. En de grootste verrassing zie je door de schutkleuren en de niet-prominente plaatsing al helemaal over het hoofd: haar net aangeschafte dilruba, een Indiaas strijkinstrument dat ook te horen is op de nieuwe tracks ‘Revolution’ en ‘The Future’.
“Bij volstrekte willekeur leerde ik de dilruba spelen tijdens quarantaine. In die tijd startte ik namelijk met het opzetten van mijn eigen studio, en ontwikkelde ik daardoor een uit de hand gelopen obsessie voor het kopen van nieuwe gear. Dan zocht ik meteen als ik wakker werd op Craigslist naar instrumenten, synths, garagemarkten, alles wat ik kon vinden. Dat was echt mijn coping-mechanisme voor de pandemie, besef ik me achteraf. Omdat ik op een gegeven moment echt te veel bij elkaar had verzameld, maakte ik een account op Reverb en kocht ik weer nieuw spul nadat ik een hoop verkocht had.”
“Zo kwam ik ook bij de dilruba, het eerste instrument waar ik een intens diepe band mee voel: het klinkt zowel melancholisch en treurig als rijk en oprecht. Het woord dilruba betekent letterlijk ‘hartendief’, een perfecte naam voor dit instrument: het wekt veel emoties op die ik met Spellling probeer aan te raken. En die Six Trak? Die kocht ik enkele jaren geleden ook op Reverb. Ik wilde een synthesizer die compact was, maar ook analoog en antiek – een vrij moeilijk te vinden combinatie. Toen vond ik deze van Sequential Circuits. Het is een kleintje, maar dat maakt ‘m niet minder agressief. Hij klinkt krakerig, is vrij onvoorspelbaar en ook wel een beetje luid – fantastisch afgemaakt door de basklanken.”
Akte III: Orkestrale climax en filmische synergie
Maar hoe simpel te overzien en solitair haar museale live-performance ook lijkt, de arrangementen op The Turning Wheel blijken een stuk gelaagder dan op het eerste gezicht te onderscheiden is. Cabral verzamelde voor het inspelen van de plaat 31 muzikanten – het getal van creatieve daadkracht en enthousiasme in de angelieke numerologie, mocht u dat interesseren – en orkestreerde alle partijen zelf.
Het lijkt dus alsof ik twee albums heb gemaakt met de naam The Turning Wheel, waarvan de eerste klinkt als een goedkope cheesy versie van het uiteindelijke resultaat.
“Ik begon heel simpel: ik schreef de songs op mijn elektrische piano. Maar als ik ergens een ander passend geluid bij vond, speelde ik bijvoorbeeld een trompetpartij op mijn synthesizer, die ik vervolgens weer naar mensen bracht die die betreffende partij met hun echte instrument konden inspelen. Dat proces herhaalde ik voor ieder klein laagje dat je op het album hoort – zo lijkt het dus gewoon alsof ik twee albums heb gemaakt, waarvan de eerste klinkt als een goedkope cheesy versie van het uiteindelijke resultaat. Bij het benaderen van de muzikanten moest ik dus wat overtuigingskracht gebruiken: ‘Please use your imagination, help me get here, help me get to this place!’ Maar iedereen had er het volste vertrouwen in, en begreep al snel wat ik in gedachten had. Het was nog maar de vraag of deze aanpak zou slagen, maar dat bleek gelukkig wel het geval.” Zo breekt Spellling met het maken van The Turning Wheel uit haar teruggetrokken benadering van muziek, naast het doordringen van haar lockdown-cocon. “Het was een lastig proces, maar door dit album kwam ik erachter hoe ik extraverter kon worden door het componeren van muziek. Het was interessant om voor het eerst in een leidersrol te zitten.”
Cabrals ontwikkeling als orkestleider en minder in zichzelf gekeerd artiest kan een interessante bron worden voor het eventuele live-concept van The Turning Wheel – zo vertaalde labelgenoot Jenny Hval een tweetal jaren geleden haar conceptplaat The Practice Of Love naar een experimentele theatervoorstelling. “Ik zit nu in de planfase van mijn nieuwe liveshow. Wat veel mensen niet over mij weten, is dat mijn grootste twee inspiratiebronnen The Wiz met Diana Ross en Labyrinth met David Bowie zijn. Mijn ultieme visie is dus om er, tja, een musical van te maken. Daarmee kan ik de grandeur van de instrumentatie echt overbrengen, dat is een beeldschoon element van de nummers op The Turning Wheel. Maar wat nog interessanter is aan musicals, is het performance art-element. Wat ik wil is kostuums, een groep dansers en bewegend decor meebrengen op tour. In het circuit van podia en festivals worden mensen daar echt te weinig aan blootgesteld. Ik wil mijn popshow echt een theaterstempel geven of zelfs in de richting van conceptuele kunst duwen. I’m definitely down.”
En omdat Cabral zo graag de grenzen van disciplines en klanken opzoekt, lopen de namedrops waarmee men Cabrals muziek vergelijkt behoorlijk uiteen. The Turning Wheel klinkt nu eens zo tijdloos en toegankelijk als Bowie en Kate Bush, maar voegt experimentele ritmelagen, klassieke samples en vocale technieken toe die Blood Orange en Kelsey Lu ook zo vernuftig implementeren. En er zijn maar weinigen die in zulke melodische arrangementen durven te strooien met occulte verwijzingen en duistere symboliek als Spellling – nou vooruit, enkel catalogusgenoten als Indigo Sparke, Jenny Hval en David Lynch dan. Met dit compleet uiteenlopende kader aan associaties ontsprong Spellling de dans van genres op haar eerste twee platen met gemak. Maar toch sloeg de overdenking toe tijdens het maken van The Turning Wheel.
“Ik beschouwde mezelf nooit als genre artist. Ik maakte me nooit druk om in een hokje passen, maar tijdens die uitvoerige arrangeer-processen raakte ik toch een beetje verdwaald in mijn overpeinzingen. ‘Wat is mijn plek eigenlijk? Ik componeer nu mijn eigen nummers, maar waar pas ik eigenlijk tussen als ik het moet gaan aankleden en uitbrengen?’ Totdat ik erachter kwam dat dat eigenlijk de grootste kwaliteit van mijn werk is: ik hoef qua genre niet ergens tussen te passen. Sacred Bones is de juiste plek voor me vanwege een filmische benadering van muziek. Ik schrijf muziek alsof ik de score voor een film maak: als ik een idee of object in mijn hoofd heb, probeer ik het met geluid te belichamen. Dat doe ik niet alleen met instrumenten, maar ook de manier waarop ik mijn stem inzet. Toen ik onlangs een trailer voor de documentaire Sisters With Transistors zag, viel me ook op dat sommige artiesten in die film op hun synthesizer muziek voor reclame, televisie en film schreven. Zij tonen ook hoe dat proces puur en alleen om gebruiken, aanpassen, belichamen en vertalen gaat – puur en alleen om iets nieuws neer te zetten, een synergie te creëren. Ik herken mezelf daarin. Ik ben aanpasbaar in genre, net als vele anderen met mij op Sacred Bones.”
Akte IV: Terug naar de as
The Turning Wheel bezingt het draaien van het rad, de cyclus des levens. Daaronder valt voor Crystia Cabral ook het proces van albums maken. Op deze derde plaat is ook ‘The Future’ ingesloten, een track die klinkt als een piepkleine futuristische droomwereld van Le Guin in geluidsvorm, een verstopplek voor de narigheid daarbuiten. Hoe zag de toekomst eruit op haar vorige twee platen, en wat is er veranderd?
“Over de spanne van mijn uitgebrachte albums is een gemene deler te ontdekken: mijn fascinatie voor menswording, voor schepping. Op mijn eerste album Pantheon of Me speelde ik met het concept pantheon als een soort verzameling van goden, of van de verschillende wezens [een soort meervoud van een daimonion à la Socrates, een kleine “godheid” in jezelf die als een innerlijke stem, een hoger geweten, tot je spreekt, red.] in mijzelf. Dat was een verstopt-in-mijn-hoofd-plaat. Mazy Fly was de volgende stap, maar ging nog steeds over een zoektocht om het goddelijke te ontdekken – ditmaal met nadruk op het overstijgen van de realiteit.”
“The Turning Wheel gaat over het moment van transformatie, het omarmen van de cyclus van het leven. Maar ook hier ga ik op zoek naar een scheppingsbron, naar een godheid die het wiel doet draaien. Wie of wat is de as van het wiel dat al die veranderingen, al die ups en downs, al die chaos samenhoudt, dat eindeloze vernieuwingen en revoluties mogelijk maakt en ze dan weer doet stilliggen? Ik denk dat ik op The Turning Wheel omarm dat de realiteit en de toekomst soms vast lijken te staan, maar dat dat slechts een kwestie van perspectief is. Soms lijkt alles zeker, maar dat is in mijn visie slechts een moment van inertie [natuurkundige traagheid, red.]. Alles verandert, alles beweegt constant buiten de kaders van jouw optiek. Mijn songs stellen vragen binnen dat concept. Wanneer stopt de realiteit met ronddraaien om zichzelf? Bereiken we ooit die engelachtige staat van kalmte en één zijn? En mocht dat zo zijn, wanneer dan? Dat is mijn hoofdvraag achter The Turning Wheel, het toneelstuk des levens.”
Op de voorgrond van die overpeinzingen, dieperliggende thema’s en vragen prijkt in de vorm van The Turning Wheel een rijk, warm, gelaagd en ambitieus eindproduct dat voor flink wat carrièrestappen kan zorgen. Wat zijn de dingen aan haar derde album waar Cabral zelf het meest trots op is?
“Ik ben trots dat ik geen concessies heb gedaan. Vooral toen het hele proces flink werd bemoeilijkt door allerlei sluitingen, hindernissen en losse eindjes gepaard met een pandemie. Ik had op een bepaald punt kunnen zeggen: ‘oké, dit is wel af, het klinkt goed genoeg, ik kan het nu ruim op tijd inleveren’, maar ik heb mijn instinct gevolgd en het maakproces meer tijd gegund. De lockdown was namelijk de ultieme tijd om mezelf nog verder te pushen hier iets moois van te maken. Ver uit mijn comfort zone en vrij van compromissen heb ik mijn sociale uithoudingsvermogen op de proef gesteld om met allemaal nieuwe mensen in zee te gaan en zo 31 muzikanten bij elkaar te brengen. Dit is waarom ik zo veel slaap nu!”
The Turning Wheel, het derde album van Spellling, is nu uit via Sacred Bones.