In het kader van COSMOS, het hybride podium van Le Guess Who?, nam Front een tweetal livesessies op in de historische Marnixzaal. Anna van Rij was de eerste die aantrad in de verborgen parel aan het Domplein. In gesprek vertelt de zangeres van The Visual over de persoonlijke ontwikkeling die ten grondslag lag aan tweede plaat The Spirit of Age en haar solomateriaal: “Als ik naar iets verlang, moet ik durven verlangen.”
Tekst: Dirk Baart
Anna van Rij woont nu een jaar of drie in Antwerpen. Haar tongval is zachter geworden, haar blik op het leven eveneens. “Antwerpen is niet zo ver weg, maar het is wel een andere omgeving met een andere cultuur”, vertelt ze aan de telefoon, een paar weken na de opnames van haar livesessie in Utrecht. “België is gewoon niet hetzelfde als Nederland. Ik heb hier een sfeer gevonden waar ik in Nederland al naar verlangde, maar die ik er nooit kon vinden. Ik denk dat men in Nederland vaak geneigd is om te zeggen: ‘Ik droom hiervan, maar het bestaat niet. Dus ik blijf maar gewoon lekker hier in Amsterdam. Hier ken ik het en het is ook wel prima zo.’ Dat kan, maar ik kan dat niet. Natuurlijk moet er brood op de plank komen, maar dat kan op heel veel manieren. Nederlanders zijn vaak nuchter en praktisch. Als je met een idee komt, willen ze weten wat het doel is en wat de uitkomst gaat zijn. Dat kun je gewoon niet altijd weten. Ik heb het idee dat de nadruk daar minder op ligt hier.”
Van Rij zal de eerste zijn te erkennen dat haar liefdevolle band met onze zuiderburen met een beetje geluk tot stand kwam. Maar goed, is dat niet bij iedere relatie het geval? Feit is dat de Nederlandse na haar conservatoriumstudie in Amsterdam belandde in een negentiende-eeuws art nouveau-pand in Antwerpen, waar ze samen ging wonen met zes andere kunstenaars, waaronder voormalig klasgenoot Pitou. Ze gniffelt, bijna beschaamd, als ze beschrijft hoe groot het wel niet was. Vijftien kamers waren er, de woonkamer en keuken niet meegerekend. Stuk voor stuk grote ruimtes met houten vloeren en hoge plafonds. Een gigantische tuin waarvoor het woord ‘idyllisch’ uitgevonden leek te zijn. Naast een slaapkamer had elke bewoner er een studio of werkkamer. Een van hen organiseerde met regelmaat salons waarop opkomende bands of jazzensembles voor een publiek van vijftig tot honderd gelijkgestemden hun kunsten kwamen vertonen. “Ik had zoiets nog nooit meegemaakt, terwijl ik ergens voelde dat het bestond. Dat inspireert me enorm, ook als het gaat over muziek. Als ik naar iets verlang, moet ik durven verlangen en durven zoeken. Het is vast ergens te vinden, maar misschien ben ik gewoon nog niet op de juiste plek. Ik heb hier veel mensen gevonden die durven te dromen, maar dat ook kunnen combineren met de realiteit. Natuurlijk heb je te maken met de wereld waarin je leeft, maar je kunt ‘m echt vormgeven zoals je zelf wilt.”
Ik voel nu veel meer de ruimte om een eigen plek in te nemen
Het gevoel van maakbaarheid is inderdaad terug te zien in de ontwikkeling van The Visual, de formatie waarmee Van Rij sinds 2017 dromerige pop noir maakt, zo’n beetje tussen Beach House en Jeff Buckley. Het is niet meer dan logisch: hoewel The Visual inmiddels optreedt als kwartet, blijft Van Rij het meesterbrein dat de liedjes schrijft en de koers bepaalt. De platen van de groep zijn dan ook nauw verbonden aan de levensfase waarin Van Rij verkeert. Op kersverse tweede album The Spirit of Age richt Van Rij haar blik op de maatschappij en bezingt ze haar overpeinzingen bij de huidige tijdsgeest. In ‘Waves’ zingt ze over de mensen die ze ’s nachts op straat hoort vanuit haar slaapkamer in het Antwerpse stadscentrum. Schreeuwend en strompelend. Dronken en/of aan de drugs. “Dan vraag ik me af: is het nou echt zo tof om jezelf naar de kloten te helpen en je eigenlijk helemaal niet goed te voelen? Ik vind dat zo’n rare manier van doen. Natuurlijk snap ik dat mensen zich uit willen leven. Ik houd ook van feesten en dansen. Maar soms vraag ik me af of de manier waarop we van dag tot dag met onszelf omgaan wel zo gezond is. ‘Once’ gaat over het verlangen om die manier van leven te ontvluchten. Het verlangen naar zachtheid en verbinding.”
Dat Anna van Rij zich druk kan maken over de staat van de wereld en de mensen om zich heen, is eigenlijk een luxeprobleem. Althans, in de periode rond debuutplaat Moments of Being, nog wat donkerder van aard dan zijn opvolger, kwam ze daar nog niet aan toe. “The Spirit of Age ging van buiten naar binnen. Wat gebeurt er om me heen en hoe zie ik dat? Moments of Being ging veel meer van binnen naar buiten. Hoe voel ik mij en in welke wereld leef ik? Ik had heel veel vraagstukken en liep tegen veel dingen aan in de maatschappij. Ik had nog geen manier gevonden om daar zelf helemaal oké mee te zijn en was nog veel meer aan het zoeken naar mijn eigen stem. Ik voelde nog niet de ruimte om een eigen plek in te nemen, die voel ik nu veel meer. Dat verschil hoor je terug op de twee platen.”

Het verschil tussen de buiten- en binnenwereld vormt ook het verschil tussen de twee muzikale uitlaatkleppen die Van Rij sinds kort bezit. Met het toepasselijk getitelde ‘Fall Into Place’ bracht ze vorig jaar voor het eerst een liedje uit onder haar eigen naam. Een uitgesponnen nummer van bijna zes minuten is het, akoestisch van aard maar zo bezwerend als een Bond-soundtrack. Van Rij speelde alle lagen eigenhandig in. “Ik had de behoefte aan een project waar geen druk op lag, waarbinnen ik kon schrijven zonder te veel bezig zijn met hoe een nummer overkomt. Bij The Visual werk ik vanuit een visie en een ambitie op podia van een bepaalde grootte te kunnen bereiken. Bij een nummer als ‘Wild Swan’ ben ik bijvoorbeeld bewust vanuit een drumpartij begonnen en heb ik het tempo bewust opgeschroefd, omdat ik zo’n nummer voorheen nog nooit geschreven had. Onder mijn eigen naam hou ik het wat dichter bij mezelf en kan ik wat vrijer zijn.”
Dat Van Rij zich die vrijheid durft te permitteren, betekent dat ze zich over The Visual geen zorgen hoeft te maken. “Een lopend bedrijf waarin ik veel groeimogelijkheden zie”, noemt ze de band, in een zeldzame opmerking van zakelijke aard. En inderdaad, de ontwikkeling die de band doormaakt is bewonderenswaardig. Hij is niet per se stormachtig, maar behoedzaam doch vastberaden. Stukje bij beetje groeit The Visual uit tot een band die op zijn eigen voorwaarden steeds grotere podia aan kan en niet bang is om groots te denken. Naast Timon Persoon, een voormalig schoolgenoot die al vanaf het begin Van Rij’s partner is binnen The Visual, bestaat de band inmiddels uit gitarist Django Trienes (o.a. la loye) en Christophe Claeys, de indrukwekkende oud-drummer van onder meer Balthazar en Mark Lanegan Band. Maar kijk er vooral niet van op als The Visual in een volgende incarnatie plotseling met een strijkkwartet aantreedt. “Met de bandleden is het eigenlijk net als een relatie, waarbij ik wel op zoek ben naar een specifiek soort muzikanten. Timon, Django en Christophe zijn hardwerkende mensen die hun vak heel serieus nemen. Ze zijn op tijd en leiden een gebalanceerd leven. Het zijn vakmensen, maar ze zijn naast hun projecten ook wezenlijk geïnspireerd in hun instrument en de ontwikkelingen daarvan. Je kunt een drummer hebben die goed drumt, of je hebt een drummer die ook écht muzikant is en daar nog altijd in door blijft leren. Dat past denk ik bij The Visual, omdat ik mezelf ook altijd heel veel vragen blijf stellen over hoe ik me kan vernieuwen. Op mijn manier heb ik de wil om door te groeien op het gebied van songwriting, performance, zang en gitaar. Je moet jezelf altijd blijven uitdagen.”
Cinematografie: Peter Marcus, Yuma Eekman en Stan Wiersma
Opname: Fokke de Wit en Jasper Boogaard
Mix: Fokke de Wit
Montage: Peter Marcus
Master: Jasper Boogaard
Deze livesessie kwam tot stand met dank aan Le Guess Who?.